H5§2

§2 weerstand
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

§2 weerstand

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • 5.2.1 Je kunt uitleggen hoe je de weerstand van een draad bepaalt.
  • 5.2.2 Je kunt berekeningen maken met het verband tussen weerstand, spanning en stroomsterkte.
  • 5.2.3 Je kunt uitleggen wanneer voor een component de wet van Ohm geldt.
  • 5.2.4 Je kunt de verandering van de weerstand van een NTC bij veranderende temperatuur benoemen.
  • 5.2.5 Je kunt de verandering van de weerstand van een LDR bij veranderende lichtsterkte benoemen.

Slide 2 - Tekstslide

Wet van Ohm

Slide 3 - Tekstslide

Stroomsterkte druk je uit in
A
Volt
B
Ampére
C
Ohm
D
Vermogen

Slide 4 - Quizvraag

Met welke eenheid meten we spanning
A
ampere
B
vermogen
C
volt
D
watt

Slide 5 - Quizvraag

Weerstand

Slide 6 - Tekstslide

Gestroomlijnd:
de vorm van het lichaam verlaagt weerstand

Slide 7 - Tekstslide

Wet van Ohm

Slide 8 - Tekstslide

De wet van Ohm
Als de spanning 2× zo groot wordt,
wordt de stroomsterkte ook 2× zo groot.


Als de spanning 3× zo groot wordt,
wordt de stroomsterkte ook 3× zo groot.



Uit de wet van Ohm volgt dat de weerstand van
de draad een constante waarde heeft:
als je de spanning U deelt door de stroomsterkte,
komt daar steeds hetzelfde getal uit.

Slide 9 - Tekstslide

Weerstand berekenen










De eenheid voor weerstand is genoemd naar de Duitse natuurkundige Georg Simon Ohm.

Slide 10 - Tekstslide

Maken opgave 1:
Johan heeft een weerstand gevonden en gaat onderzoeken hoe groot deze weerstand is. Hij zet over deze weerstand een spanning van 1,5 Volt. Met een stroommeter bepaalt hij de stroomsterkte; deze bedraagt 3,85 mA. Hoe groot is nu de weerstand?

Slide 11 - Open vraag

Weerstand en temperatuur
Niet recht evenredig

als de spanning 2× zo groot wordt, 
blijft de stroomsterkte daar duidelijk bij achter. 
In dit geval geldt de wet van Ohm dus niet.

Gloeilamp

Slide 12 - Tekstslide

NTC & LDR
Een NTC is gevoelig voor veranderingen in temperatuur. 
Als de temperatuur van een NTC stijgt, daalt zijn weerstand. De
NTC gaat dan beter geleiden en laat meer stroom door.


Een LDR  is gevoelig voor veranderingen in
de hoeveelheid licht. Als er meer licht op
een LDR valt, daalt zijn weerstand. De LDR gaat
dan beter geleiden en laat meer stroom door.

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeelden NTC:
Lampje frituurpan 
Verwarming 

Voorbeelden LDR:
Straat verlichting 
Beelscherm telefoon

Slide 14 - Tekstslide

Wat is de weerstand van een 6V en 1.2A lamp?

Slide 15 - Open vraag

Is deze weerstand Ohms?
A
Ja
B
Nee
C
Geen idee
D
Is het al carnaval?

Slide 16 - Quizvraag

Huiswerk
Werkblad opgaves 1 t/m 3
H5§2 - 6 t/m 8

Je mag overleggen met je buurman/vrouw.
Heb je vragen? Vinger opsteken ☺

Slide 17 - Tekstslide