LE 20 Les 1

Psychopathologie
LE 20
De patiënt met een stoornis in het psychisch functioneren
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Psychopathologie
LE 20
De patiënt met een stoornis in het psychisch functioneren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even voorstel;en
Jij stelt een vraag aan mij, 
dan stel ik een vraag aan jou

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bronnen
ZorgPad: 
Branches Geestelijke gezondheidszorg

7 lessen
Toets in de week van 16-01/ 20-01

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud lessen
Les 1) psychische functies en DSM-5
Les 2) schizofrenie, niet schizofrene psychose en delier
Les 3) ADHD en autisme, angststoornissen en PTSS
Les 4) stemmingsstoornissen
les 5) verslavingen, denkstoornissen, wanen en hallucinaties
Les 6) persoonlijkheidsstoornissen
Les 7) psychofarmacologie en neurotransmitters

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toets
in de week van
16-01/ 20-01 

Wordt als pittig ervaren dus begin op tijd met leren! 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
Leerdoelen
Theorie
Opdracht
Evaluatie
Huiswerk

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van de les ken je de 3 psychische basisfuncties
Aan het einde van de les kun je van de cognitieve functies de belangrijkste stoornissen beschrijven
Aan het einde van de les kun je van de affectieve functies de belangrijkste stoornissen beschrijven
Aan het einde van de  les kun je van de conatieve functies de belangrijkste stoornissen beschrijven. 
Aan het einde van de les ken je de term DSM-5

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theorie
Wat is psychopathologie? 

Psychopathologie  gaat over een stoornis in het psychisch functioneren,  
1 op de 4 mensen krijgt te maken met een psychiatrische diagnose. 
Deze lessen kunnen je dus wel raken


Slide 8 - Tekstslide

 Als verpleegkundige kun je te maken krijgen met mensen die last ervaren van kun psychische klachten. Zo veel last dat ze daarvoor hulp zoeken. Psychiatrische ziektebeelden staan niet volledig op zichtzelf maar eerder in extreme mate normale menselijke gedragingen en gedachtes en emoties zijn. (denk aan keukentrapje niet op durven of angstig zijn wanneer je langs een ravijn loopt

Slide 9 - Tekstslide

1) cognitieve functie
Gaat over kennis, overtuigingen en opvattingen
2) affectieve functies
achterhaalt dieper gelegen gevoelens en emoties
3) conatieve functies
het gedrag
cognitieve functies
Bewustzijn
aandacht
oriëntatie
waarneming
denken
geheugen

Slide 10 - Tekstslide

cognitieve functies: bewustzijn, aandacht, orientatie, waarneming, denken, geheugen
Orientatie: desorientatie in tijd plaats en persoon
Inprenting en geheugen: inprentingstoornis, retentiestoornis, kortetermijngeheugenstoornis, langetermijngeheugenstoornis, amnestisch syndroom. Zijn gekoopeld aan waarnemingen. Wanneer een geur,kleur enz je doet denken aan een herinnering Intellect: stoornissen in oordeelsvermogen, ziekte-inzicht, abstractievermogen, intelligentie, taal, rekenen
Waarnemening; illusie, illusionaire vervalsing, pseudohallucinaties Denken: formele denkstoornissen nl ontremd denken, geremd denken, neologismen, stereotiep taalgebruik, magisch en autistisch denken. Inhoudellijke denkstoornissen nl dwanggedachten, wanen, stemmingscongruentie, stemmingsincongruentie

affectieve functies
Emotie
stemming

Slide 11 - Tekstslide

affectieve functies: emotie, stemming
 Stemming: euforie, manie, depressief, dysthymie, cyclothymie, dysforie
Affect/ emotie affectlabiliteit, affectincontinentie, dwanglachen, dwanghuilen, affectvervlakking, apathie. Ontremd seksueel gedrag, moet je dus altijd melden

conatieve functie
psychomotoriek
motivatie
gericht gedrag

Slide 12 - Tekstslide

conatieve functies: psychomotoriek, motivatie, gericht gedrag
Psychomotoriek: non-verbale motoriek: hyperkinesie, hypertonie, agitatie, acathisie, bradykinesie, hypokinesie, akinesie, hypotonie, kataplexie, katalepsie, manierisme, magisch handelen Verbale motoriek: afasie, bradyfasie, logorroe, vocale tics, mutisme, afonie, neologismen, incoherente spraak, persevereren, echofasie, echolalie Motivatie en gedrag: schelden, overmatig aggresief of seksueel gedrag, lethargie, verlies van initiatief en apathie.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DSM-5
Opdracht:

Individueel. 10 minuten
Opzoeken waarvoor DSM-5 staat.
Waar de DSM-5 voor wordt gebruikt

Slide 14 - Tekstslide

Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders


Definitie: In de DSM staan de criteria van de verschillende psychische stoornissen beschreven. Onder deze criteria vallen de aard, de ernst en de duur van de symptomen. Soms wordt leeftijd van de zorgvrager ook een criterium.

Discussie
Wat is een nadeel van deze classificatie? 

Slide 15 - Tekstslide

- gebaseerd op grote groepen dus niet altijd toepasselijk voor een individu- we weten nog niet goed hoe de psichiatrische diagnoses precies ontstaan

Om tot iets van een diagnose te komen veel geduld en tijd. Luisteren, observeren en aanvullende diagnostiek inzetten. -> vragen aan familie stellen, invullen van psychologische testen, aanvullend medisch onderzoek. 
DSM-5
De DSM bestaat uit 3 delen

1) uitleg over de indeling
2) beschrijving van 20 hoofdcategorieën met diagnoses
3) classificaties die nog niet zijn opgenomen in deel 2

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tabellen
Mail met tabellen en "moeilijke" woorden

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een stoornis in de cognitieve functie is:
A
desoriëntatie in tijd plaats en persoon
B
heel goed inzien dat je ziek bent
C
Alles om je heen ineens heel scherp waarnemen
D
Veel minder slim zijn dan je in het echt bent

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Onder affectieve functies horen
A
apathie
B
dwang lachen
C
depressief
D
emoties en stemming

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een voorbeeld van een stoornis in de conatieve functie is
A
hallucinaties
B
ontremd seksueel gedrag
C
schelden
D
geheugen problemen

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tijd over?
Maak een samenvatting van deze les OF

maak flashcards met begrippen van deze les

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Studiestof: ZorgPad: Branches - Geestelijke gezondheidszorg - Psychiatrische ziektebeelden (1) - Theorie Psychiatrische ziektebeelden - Schizofreniespectrumstoornis en andere psychotische stoornissen.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies