Aan het begin van de middeleeuwen bestond het toneel uit geestelijken die korte scènes opvoeren, waarin ze oproepen tot vroomheid (mirakelspel).
Later kwam er wereldlijk toneel dat niet meer geestelijk, maar wereldlijk van aard was. Toneel was niet langer stichtelijk, maar het was er ter vermaak.
Een avond toneel begon met één van de abele spelen (Esmoreit, Gloriant, Lanceloet van Denemarken of Vanden Winter ende Vanden Somer) hierin staat de Hoofse liefde centraal.
De avond wordt afgesloten met een sotternie (ook wel een klucht genoemd)