Na het eerste lesuur heb ik mijn naamkaartje van les 1 af.
Vandaag kan ik de verschillende begrippen die horen bij het beeldbergrip kleur benoemen.
Ik kan de kleurencirkel netjes en op de juiste manier schilderen.
Slide 3 - Tekstslide
Opdracht 2 - Naamkaartje
Ontwerp een naamkaartje – Gebruik de lettertypes die je hebt gezocht als inspiratie
Teken met grijspotlood - Kleur alles met kleurpotlood.
Het hele naamkaartje is in kleur.
Slide 4 - Tekstslide
Primaire kleuren
De primaire kleuren zijn:
Rood
Geel
Blauw
Slide 5 - Tekstslide
Secundaire kleuren
Secundaire kleuren ontstaan wanneer we twee primaire kleuren met elkaar mengen.
Oranje, groen en paars zijn secundaire kleuren, hiernaast zie je hoe je deze kleuren mengt.
Slide 6 - Tekstslide
Tertiaire kleuren
Tertiaire kleuren zijn de kleuren die ontstaan door het mengen van een primaire kleur met een secundaire kleur of met zwart of wit.
Blauw met groen geeft bijvoorbeeld blauwgroen. Rood met wit geeft roze.
Slide 7 - Tekstslide
Non-kleuren
Zwart & Wit zijn non-kleuren
Wit - is puur licht
Zwart - is gebrek aan licht
Slide 8 - Tekstslide
Materiaalkleur
Ieder materiaal heeft zijn eigen kleur en kenmerk waardoor het materiaal zich van elkaar onderscheidt
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Monochroom
Hiernaast zie je een voorbeeld van kleurtinten. Al deze kleuren vallen binnen de kleuren blauw en groen. De kleuren zijn met elkaar gemengd of gemengd met wit, zwart of grijs.
Slide 11 - Tekstslide
Polychroom
Polychromie is het gebruik van veel kleuren in de kunst, in het bijzonder van beelden en bouwwerken.
Slide 12 - Tekstslide
Dekkend/transparant kleurgebruik
Dekkend kleurgebruik: Kleur aanbrengen die niet-doorschijnend zijn.
Transparant kleurgebruik: Kleur aanbrengen die wel doorschijnt.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
WERKBLAD
Maak de vragen die horen bij het onderdeel kleur.
hiervoor krijg je 15 minuten.
Ben je klaar, dan ga je beginnen met het schilderen van de kleurencirkel.