In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Wat weet je van...
de renaissance
Slide 1 - Woordweb
Wat betekent renaissance?
14e eeuw - Italië, v.a. 15e eeuw - rest Europa
A
Wederopstanding
B
Wedergeboorte
C
Wederkering
D
Wederzijds
Slide 2 - Quizvraag
'Wedergeboorte' impliceert in deze context 'opnieuw'. Waarop is de renaissance dus gebaseerd?
Slide 3 - Open vraag
Gewesten vielen onder Karel V - later Philips II
Tachtigjarige oorlog
Willem van Oranje
Republiek der Nederlanden
15e eeuw
1568-1648
1533-1584
1587-1795
Slide 4 - Sleepvraag
Bekijk de afbeelding. De vraag volgt.
Slide 5 - Tekstslide
Van welke gebeurtenis zag je hiervoor een afbeelding? Hint: reformatie, 1566.
Slide 6 - Open vraag
Uit hoeveel regels bestaat een sonnet?
Uit hoeveel regels bestaat een sextet?
Na welke regel is er een wending?
14
8
3
7
6
4
Slide 7 - Sleepvraag
Dat de renaissance op heel veel vlakken een grote verandering heeft teweeggebracht, is hopelijk duidelijk. Wat merken wij nu nog van deze periode? Denk aan reizen, wetenschap, muziek, etc.
Slide 8 - Open vraag
Het Wilhelmus
Geschreven in de 16e eeuw, maar pas sinds 1932 als ons nationale volkslied in gebruik.
Open de link in de volgende slide.
Slide 9 - Tekstslide
De aanleiding van het ontstaan van het Wilhelmus
A
de reformatie
B
de renaissance
C
de opstand tegen Spanje
D
de splitsing van de kerk
Slide 10 - Quizvraag
Geef aan waar het Wilhelmus over gaat. Gebruik max. 35 woorden.
Slide 11 - Open vraag
Het Wilhelmus is een acrostichon. Wat houdt dat in?
Slide 12 - Open vraag
Wat weet je van De Verlichting?
Slide 13 - Woordweb
Welk genre literatuur is compleet nieuw tijdens de Verlichting?
A
Geuzenliederen
B
Reisverhalen
C
Toneel
D
Kinderliteratuur
Slide 14 - Quizvraag
2. Hoe zou je de tijd van de Verlichting het best kunnen omschrijven?
A
Een optimistische tijd
B
Een pessimistische tijd
C
Een onzekere tijd
D
Een verwarrende tijd
Slide 15 - Quizvraag
Welke vorm hoort op de puntjes? De .........toren staat op de monumentenlijst
A
verlichten
B
verlichte
C
verlichtte
D
verlichtten
Slide 16 - Quizvraag
Wat was het doel van literatuur uit de verlichting?
A
de lezer vermaken
B
de lezer iets leren
C
de lezer versterken in zijn geloof
D
de lezer een fantasiewereld tonen
Slide 17 - Quizvraag
Welke verlichte ideeën kwam je zoal tegen in 'Proeve van kleine gedichten voor kinderen'?
A
er bestaat geen sinterklaas
B
als kind moet je al het leger in
C
je moet bang zijn voor dode mensen
D
de duivel bestaat niet
Slide 18 - Quizvraag
De verlichting kwam (direct) na
A
de middeleeuwen
B
de Romeinse tijd
C
de Renaissance
Slide 19 - Quizvraag
In welke eeuw plaatsen we de verlichting?
timer
0:30
A
vijftiende
B
zestiende
C
zeventiende
D
achttiende
Slide 20 - Quizvraag
Welke perioden uit de literatuurgeschiedenis worden dit jaar behandeld?
Tussen welke twee periodes liggen de Middeleeuwen?
A
IJstijd en Verlichting
B
Oudheid en Renaissance
C
Renaissance en Vroegmodern
D
Jagers en verzamelaars en Verlichting
Slide 22 - Quizvraag
In de verlichting staat:
A
ratio/rede centraal
B
geloof centraal
C
natuur centraal
D
spiritualiteit centraal
Slide 23 - Quizvraag
Vorige week toen een vliegtuig uit Duitsland op de verkeerde landingsbaan landde, konden de reizigers gemakkelijk in het donker naar de aankomsthal lopen, omdat de schijnwerpers die toen (verlichten)