Vorm een groep van 2 en kies welke culturen je wilt vergelijken.
1. Twee landen, bijv. Marokko en Nederland.
2. Twee sportclubs, bijv. Ajax en Feijenoord.
3. Twee plaatsen, bijv. Spakenburg en Nijkerk.
4. Twee schoolniveaus, bijv. HAVO en VWO.
5. Twee gezinnen, bijv. van jou en van een klasgenoot.
6. Twee verschillende culturen die je zelf bedenkt.