Paragaaf 7.1 Tijd is geld (HAVO 3)

Paragaaf 7.1 Tijd is geld (HAVO 3)
LH3a
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Paragaaf 7.1 Tijd is geld (HAVO 3)
LH3a

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- Terugblik Opstart (PO)
- Laatste periode (H7)
- Start met H7.1
- Aan de slag
- Terugblik en afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

 Opstart PO: ''Wereldhandel''
- Inleveren PO op 23 mei om 23.59 uur via SOM. 
Deel 1: 'Het document waarin je onderzoek hebt gedaan naar het gekozen land' (inleveren via SOM)
Deel 2: 'Poster' lever je in bij meneer Tighadouini! Uiterlijk op donderdag 23 mei om 17.00 uur.
Deel 3: 'Filmpje' (Als het bestand te groot is, kun je er eventueel een link van maken) Lever het daarna in via SOM.
Deel 4: 'Reflectie en evaluatie' (inleveren via SOM)

Slide 3 - Tekstslide

Periode 4: ''H7 Ruilen over de tijd''
- H7.1 T/M H7.6
- Leerdoelen en lesmateriaal
- Wekelijks 
- Studiewijzer en laatste PWW 

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen 7.1 
-  Je kunt uitleggen hoe ruilen over de tijd er in de praktijk uitziet. 
- Je kunt beredeneren hoe de rente invloed heeft op ruilen over de tijd. 
- Je kunt rekenen met indexcijfers.
- Je kunt het verschil tussen nominale en reële rente uitleggen en berekenen. 

Slide 5 - Tekstslide

Zou je na de HAVO willen gaan werken of gaan doorstuderen?

Slide 6 - Woordweb

Ruilen over de tijd
- Wanneer maak je de keuze om te consumeren (behoefte)?
- Consumptie uitstellen (Sparen en levert rente op)
- Consumptie vervroegen (Nu consumeren, kost rente)
- De prijs van tijd noemen we de rente (individueel en algemeen)

Slide 7 - Tekstslide

Ruilen over de tijd (voorbeeld)
- Investeren in menselijk kapitaal
- Door nu te gaan studeren kan je nog geen geld verdienen, maar kan je later meer verdienen i.v.m. je hogere menselijk kapitaal.
- Hierdoor verhoog je jouw: verdiencapaciteit.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Ruilen jullie wel is over de tijd? Hebben jullie daar een voorbeeld van?

Slide 10 - Woordweb

Slide 11 - Video

Het gemiddelde prijspeil is in 2014 €20,11 euro. Dit is tevens het basisjaar. In 2016 is het gemiddelde prijspeil €23,06 euro. Wat is het prijsindexcijfer in 2016?

Slide 12 - Open vraag

Wat gebeurt er met onze koopkracht?
- Nominale rente = Rente van de bank (wat je krijgt)         
- Inflatie = algemene stijging van het prijspeil                
- Reële rente = Nominale rente gecorrigeerd door inflatie

Reële rente = Nominale rente - inflatie                 



Slide 13 - Tekstslide

Wat gaat er gebeuren met de koopkracht van de inwoners? Overleg in tweetallen en onderzoek nog een ander land naar keuze. Ga opzoek naar dezelfde gegevens, zoals in de tabel via je laptop. Je krijgt 10 minuten de tijd. 
Landen
Nominale rente
Inflatie 
Reele rente
Duitsland
1%
6%
Turkije 
19%
65%
Argentintie
17%
100%
Nederland
1,5%
4%
timer
1:00

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag! 
- Lees paragaaf 7.1 door en maak de opdrachten 4 T/M 6 en 11 T/M 16. 

Heb je vragen? Dan mag je ze altijd stellen. 

Slide 15 - Tekstslide

Leerdoelen 7.1 
-  Je kunt uitleggen hoe ruilen over de tijd er in de praktijk uitziet. 
- Je kunt beredeneren hoe de rente invloed heeft op ruilen over de tijd. 
- Je kunt rekenen met indexcijfers.
- Je kunt het verschil tussen nominale en reële rente uitleggen en berekenen. 

Slide 16 - Tekstslide

Terugblik en afsluiting
- Terugblik P3
- Start met periode 4
- Paragaaf 7.1`
- Aan de slag! Hoe? 
- Volgende les? 

Slide 17 - Tekstslide