formuleren H4

Nakijken huiswerk
stond niet op SOM, dus niet iedereen zal het gemaakt hebben. Mijn fout.
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nakijken huiswerk
stond niet op SOM, dus niet iedereen zal het gemaakt hebben. Mijn fout.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 1
blz 131

Slide 3 - Tekstslide

1. Noteer het eerste en laatste woord van de beknopte bijzin
timer
0:30

Slide 4 - Open vraag

2. Noteer het eerste en laatste woord van de beknopte bijzin
timer
0:30

Slide 5 - Open vraag

3. Noteer het eerste en laatste woord van de beknopte bijzin
timer
0:30

Slide 6 - Open vraag

4. Noteer het eerste en laatste woord van de beknopte bijzin
timer
0:30

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Formuleren
Startopdracht 
blz 134

Slide 9 - Tekstslide

welke twee zinnen zijn fout?
timer
1:00

Slide 10 - Open vraag

startopdracht
Zin b en c zijn fout, omdat het onderwerp van de hoofdzin niet het onderwerp kan zijn van de beknopte bijzin.  

Slide 11 - Tekstslide

opdracht 1
blz 135

Slide 12 - Tekstslide

1. Wat is het onderwerp van de hoofdzin?
timer
0:30

Slide 13 - Open vraag

Wat is het denkbeeldig onderwerp van de bijzin?
timer
0:30

Slide 14 - Open vraag

Deze zin is
A
goed
B
fout

Slide 15 - Quizvraag

2. Wat is het onderwerp van de hoofdzin?
timer
0:30

Slide 16 - Open vraag

Wat is het denkbeeldig onderwerp van de bijzin?
timer
0:30

Slide 17 - Open vraag

Deze zin is
A
goed
B
fout

Slide 18 - Quizvraag

3. Wat is het onderwerp van de hoofdzin?
timer
0:30

Slide 19 - Open vraag

Wat is het denkbeeldig onderwerp van de bijzin?
timer
0:30

Slide 20 - Open vraag

Deze zin is
A
goed
B
fout

Slide 21 - Quizvraag

4. Wat is het onderwerp van de hoofdzin?
timer
0:30

Slide 22 - Open vraag

Wat is het denkbeeldig onderwerp van de bijzin?
timer
0:30

Slide 23 - Open vraag

Deze zin is
A
goed
B
fout

Slide 24 - Quizvraag

5. Wat is het onderwerp van de hoofdzin?
timer
0:30

Slide 25 - Open vraag

Wat is het denkbeeldig onderwerp van de bijzin?
timer
0:30

Slide 26 - Open vraag

Deze zin is
A
goed
B
fout

Slide 27 - Quizvraag

6. Wat is het onderwerp van de hoofdzin?
timer
0:30

Slide 28 - Open vraag

Wat is het denkbeeldig onderwerp van de bijzin?
timer
0:30

Slide 29 - Open vraag

Deze zin is
A
goed
B
fout

Slide 30 - Quizvraag

Theorie
Een beknopte bijzin is alleen goed als het onderwerp van de hoofdzin ook het onderwerp van de beknopte bijzin is

Slide 31 - Tekstslide

Je kan zin met een foutieve beknopte bijzin op twee manieren verbeteren:
- de bijzin helemaal uitschrijven
- het onderwerp van de hoofdzin aanpassen

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Link

Grammatica woordsoorten
tussenwerpsel
blz 132

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Link

1. Wat is het tussenwerpsel in de zin?
timer
0:40

Slide 36 - Open vraag

2. Wat is het tussenwerpsel in de zin?
timer
0:40

Slide 37 - Open vraag

3. Wat is het tussenwerpsel in de zin?
timer
0:40

Slide 38 - Open vraag

4. Wat is het tussenwerpsel in de zin?
timer
0:40

Slide 39 - Open vraag

5. Wat is het tussenwerpsel in de zin?
timer
0:40

Slide 40 - Open vraag

6. Wat is het tussenwerpsel in de zin?
timer
0:40

Slide 41 - Open vraag

Huiswerk
maken opdracht 2 en 3 van formuleren (blz 135)
maken opdracht 3 van grammatica woordsoorten (blz 133)

Slide 42 - Tekstslide