1.Het monstermateriaal wordt nauwkeurig afgewogen.
2. Het monstermateriaal wordt ingepakt in een afgepaste hoeveelheid lood. Vervolgens wordt dit op een magnesiumoxide blok (de cupel) gelegd in een oven met een temperatuur van 1050°C. Bij deze temperatuur zullen de onedele legeringsmetalen zoals koper en zink uit de legering oxideren, samensmelten met het lood en in de cupel worden geabsorbeerd.
3.De edele metalen goud en zilver oxideren niet en blijven op de cupel als een bolletje achter. Dit bolletje wordt de koning genoemd. Na 17 minuten is het afdrijven, zoals het proces in de oven wordt genoemd, volledig en wordt de cupel uit de oven gehaald.
4.De koning wordt gewalst tot een platte strip en daarna opgerold tot een rolletje, dat een cornet wordt genoemd. Het zilver wordt vervolgens gescheiden van het goud door de cornet uit te koken in salpeterzuur. Het zilver lost hierin op en het fijngoud blijft in cornetvorm over.
5.De cornet wordt nauwkeurig gewogen. Deze hoeveelheid fijngoud wordt gerelateerd aan het gewicht van het monstermateriaal. Met deze twee gewichten wordt het goudgehalte berekend.