Pincode KB3 H5 Par 4

Pincode KB3 H5 Par 4

Zonder werk?

In deze paragraaf leer je over de volgende onderwerpen:

  • WW-uitkering en wanneer heb je recht op?
  • verborgen en geregistreerde werkloosheid
  • conjucturele werkloosheid
  • Structurele werkloosheid
  • frictiewerkloosheid
  • Seizoenswerkloosheid
  • Regionale werkloosheid
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Pincode KB3 H5 Par 4

Zonder werk?

In deze paragraaf leer je over de volgende onderwerpen:

  • WW-uitkering en wanneer heb je recht op?
  • verborgen en geregistreerde werkloosheid
  • conjucturele werkloosheid
  • Structurele werkloosheid
  • frictiewerkloosheid
  • Seizoenswerkloosheid
  • Regionale werkloosheid

Slide 1 - Tekstslide

Werkloos zijn en het inkomen. 

Werklozen hebben recht op een uitkering, maar welke?

Als net je baan bent kwijtgeraakt heb je MISSCHIEN recht op een ww-uitkering; een uitkering volgens de WerkloosheidsWet.

Je moet dan wel ingeschreven staan bij het UWV waardoor je beschikbaar bent om meer dan 12 uur per week te werken. Het UWV beoordeelt of je recht hebt op een uitkering.



Slide 2 - Tekstslide

Wanneer heb je recht op een ww-uitkering?


Een werkloze heeft recht op een ww-uitkering als:

  • hij 26 weken in loondienst heeft gewerkt tijdens de laatste 36 weken.
  • hij zelf geen schuld heeft aan zijn ontslag.
  • en zich binnen twee na de laaste werkdag heeft ingeschreven als werkzoekende bij het UWV.

Maar hoeveel bedraagt de WW-uitkering?

Slide 3 - Tekstslide

Hoeveel en hoe lang is de WW-uitkering?

De ww-uitkering bedraagt:

  • tijdens de eerste twee maanden 75% van het brutoloon
  • Na de eerste twee maanden 70% van het brutoloon


Hoelang is de ww-uitkering?

De ww-uitkering duurt minimaal 3 maanden en maximaal 24 maanden. Daarna val je terug in de bijstand.



Slide 4 - Tekstslide

Geregistreerde en verborgen werkloosheid

De geregistreerde werklozen zijn de werklozen die tussen de 15 en 67 jaar zijn, een baan zoeken voor minimaal 12 uur per week en ingeschreven staan bij het UWV.


De verborgen werklozen zijn de werklozen tussen de 15 en 67 jaar die minimaal voor 12 uur per week werk zoeken maar zich niet hebben ingeschreven bij het UWV, zij hebben geen recht op een uitkering.

Slide 5 - Tekstslide

Oorzaken werkloosheid

Werkloosheid ontstaat als er meer aanbod van arbeid is (meer beroepsbevolking) dan vraag naar arbeid (werkgelegenheid).

Dus als er minder vraag is naar arbeid zal de werkloosheid stijgen.

Werkloosheid heeft vele redenen.

Daarom wordt de werkloosheid onderverdeeld naar soorten.

Slide 6 - Tekstslide

Conjucterele werkloosheid

Werkloosheid die ontstaat doordat het slecht gaat met de economie. Consumenten kopen minder goederen en daardoor vragen bedrijven minder arbeid en ontslaan mensen.


Als de economie weer goed gaat doordat de consumenten weer veel gaan kopne, worden de werklozen weer aangenomen en daalt de conjucturele werkloosheid



Slide 7 - Tekstslide

Structurele werkloosheid

Werkloosheid die  ontstaat omdat de werkplekken voorgoed verdwijnen.

Redenen waarom werkplekken voor altijd verdwijnen:

  1. deze werkplekken maakten verouderde producten die nooit meer nodig zijn
  2.  werkplekken zijn niet meer nodig omdat de bedrijven anders gaan produceren (automatisering) of de bedrijven gaan naar een ander land.

Structurele werkloosheid ontstaat ook aan de aanbodzijde: werkzoekende hebben niet de juiste opleiding die bedirjven vragen.


Slide 8 - Tekstslide

Frictie werkloosheid

Deze werklozen hebben net een opleiding afgerond of zijn net ontslagen en zoeken sinds kort pas een baan.


Slide 9 - Tekstslide

Seizoens werkloosheid

Deze werklozen zijn ontslagen omdat in die periode hun bedijf dicht is. Als de periode is afgelopen gaan deze wrlozen weer werken bij hetzelfde bedirjf.

Voorbeelden zijn: campingmedewerker en pretparkmedewerker.


Slide 10 - Tekstslide

Regionale  werkloosheid

Een aanduiding voor werklozen in een gebied dat meer werklozen heeft dan

gemiddeld in het land. Denk aan Zuid-limburg, zeeland, Groningen en Friesland.


Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

4.4 Als er geen werk is (deel 1)
Soorten werkloosheid:
  • Structurele werkloosheid
  • Conjuncturele werkloosheid
  • Frictiewerkloosheid
  • Seizoenwerloosheid
  • Regionale werkloosheid

Werkloosheid die in bepaalde gebieden hoger is dan gemiddeld in het land
5
De vraag naar arbeid is afhankelijk van het seizoen
4
Werkloos in de (korte) tijd die je nodig hebt om te solliciteren (na school of ontslag) " in between jobs"
3
Als de vraag naar goederen en diensten afneemt door dalende bestedingen (verdwijnt als het beter gaat met de economie)
2
Als aanbieders van producten blijvende veranderingen doorvoeren of als het aanbod van arbeid niet aansluit bij de vraag naar arbeid
1

Slide 13 - Tekstslide

Vraag 42
  • minder op vakantie of minder ver weg
  • een deel van
    het geld van je bijbaantje uitgeven aan uitgaven in huis

Slide 14 - Tekstslide

Vraag 43

Het UWV

- helpt je bij het vinden van een nieuwe baan en



- beoordeelt of je recht hebt op een uitkering.


(toetsvraag)



Slide 15 - Tekstslide

Vraag 44

a Ja


b Binnen twee dagen.



c 75% van € 1.706 = 0,75 × € 1.706 = € 1.279,50



Slide 16 - Tekstslide

Vraag 45

Als je werkloos heb je:

  • minder inkomen
  • minder sociale contacten
  • minder zelfvertrouwen

Slide 17 - Tekstslide

Vraag 46

A) nee


B) Ja

Slide 18 - Tekstslide

Vraag 47

Belangrijk!

a)  Verborgen

b) geregistreerd

c) geregistreerd

Slide 19 - Tekstslide

Vraag 48

a) ongeveer 640.000 mensen

b) 100%

c) werkgelegenheid= aantal banen dat beschikbaar is.

 Het aantal banen is gedaald, dus de werkgelegenheid ook.

Slide 20 - Tekstslide

Vraag 49

De vraag naar producten daalt --> bedrijven verkopen minder --> de productie daalt ---> de werkgelegenheid daalt --> de

werkloosheid stijgt

Slide 21 - Tekstslide

Vraag 50
B

Slide 22 - Tekstslide

Vraag 51
Door meer klanten te krijgen

Slide 23 - Tekstslide

Vraag 52

verouderde producten waardoor bedrijven failliet gaan

Bedrijven gaan autmatiseren of verhuizen naar een ander land

Werkzoekende hebben niet de juiste opleiding

Slide 24 - Tekstslide

Vraag 53

a) conjuctureel

b) structureel

Slide 25 - Tekstslide

Vraag 54

a)  meer mechanisatie en automatisering


b) structurele werkloosheid

Slide 26 - Tekstslide

Vraag 55

Een ski-instructuer is in de zomer werkloos --> seizoenswerkloosheid


Een onderwijzer uit lImburg is werkloos. In de randstad kan hij wel aan het werk --> regionale werkloosheid


Een kantoormedewerker is ontslagen maar kan volgende maand weer aan het werk --> frictiewerkloosheid

Slide 27 - Tekstslide

samenvatting

Voor een WW-uitkering schrijf je je in bij het UWV-WERKbedrijf. Als je bent ingescheven, hoor je bij de geregistreerde werkloosheid.. Als je niet bent ingeschreven maar je zoekt wel werk, dan hoor je bij de verborgen werkloosheid.

Door daling van de koopkracht komt er minder vraag naar producten en ontstaat er conjuncturele werkloosheid. Als banen voorgoed verdwijnen, onstaat er structurele werkloosheid.

Tijdeljike werkloosheid doordat mensen even tijd nodig hebben om een nieuwe baan te vinden, heet frictiewerkloosheid. Werkloosheid bij depaalde soorten werk in een deel van het jaar heet seizoenswerkloosheid. Werkloosheid die speciaal in een deel van het land voorkomt, heet regionale werkloosheid.

Slide 28 - Tekstslide