ACS en hartfalen

Acuut coronair syndroom en hartfalen
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerpleegkundeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Acuut coronair syndroom en hartfalen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat de risicofactoren voor hart- en vaatziekten zijn.
  • Je kunt uitleggen aan welke symptomen je de beschreven hart- en vaatziekten kunt herkennen
  • Je kunt verklaren welke onderzoeken en behandelingen zinvol zijn bij de beschreven hart- en vaatziekten.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
Onderwijsleergesprek
Quizvragen
Video's

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van de bloedsomloop
A
Vervoer van zuurstof naar alle organen
B
Vervoer van zuurstof naar alle organen en weefsels
C
Vervoer van zuurstof en voedingsstoffen naar de weefsels
D
Vervoer van zuurstof en voedingsstoffen naar de cellen en afvoer van CO2

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ons hart is:
A
Een onvermoeibare spier.
B
Een orgaan dat zelf geen zuurstof nodig heeft.
C
Een orgaan dat vermoeid raakt bij inspanning.
D
Een spier die je niet kan trainen en sterker maken.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hart-> maag-> hart
dit is de....
A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop
C
Dubbele bloedsomloop

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gaan aderen van het hart af of naar het hart toe?
A
Van het hart af
B
Naar het hart toe

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hart-longen-hart hoort bij?
A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop
C
Geen van beiden

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat versta je onder acuut coronair syndroom?

Slide 9 - Open vraag

Een acuut coronair syndroom (ACS) is een verzamelnaam voor instabiele angina pectoris en een hartinfarct. Deze twee aandoeningen hebben dezelfde oorzaak, namelijk het dichtslibben van de bloedvaten rondom het hart. Deze bloedvaten worden kransslagaders genoemd.
Wat is een hartinfarct
A
Een hartaanval met pijn op de borst
B
Een hartstilstand
C
Een hartritmestoornis
D
Een deel van het hart heeft zuurstof tekort door een verstopte kransslagader

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel mensen komen er per dag met een hartinfarct in het ziekenhuis?
A
12
B
32
C
55
D
95

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel van deze patiënten overlijden er daarvan
A
3
B
14
C
28
D
56

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel patiënten houden hier hartfalen aan over?
A
1 op 1 (de helft dus)
B
1 op 3
C
1 op 6
D
1 op 10

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ACS
Acuut coronair syndroom

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

* STEMI
* NON STEMI
* Instabiele angina pectoris

Slide 15 - Tekstslide

Bij patiënten met een hartinfarct wordt op basis van het ecg onderscheid gemaakt tussen een hartinfarct mét ST- elevatie (STEMI) en een infarct zonder ST-elevatie (non- STEMI). Patiënten met een STEMI krijgen een andere behandeling dan degenen met een non-STEMI.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat doe je aan diagnostiek bij ACS

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Diagnostiek
Nitroglycerinespray
ECG
CK   CK-MB
Troponine
https://labuitslag.nl/klinische-chemie/ 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Wat is hartfalen of decompensatio cordis?

Slide 22 - Open vraag

Bij hartfalen is de pompfunctie van het hart minder goed. Dit betekent dat het hart het bloed niet goed meer kan rondpompen. Hierdoor krijgen je organen en spieren niet genoeg zuurstof en voedingsstoffen.

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn symptomen bij hartfalen?
A
Vermoeidheid
B
Geheugen problemen
C
Opgezette benen/enkels
D
Koude rillingen

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is linkszijdig hartfalen?
A
Er ontstaat stuwing in de longen
B
Er ontstaat stuwing in de grote bloedsomloop
C
Er hoopt vocht op in de buik benen en voeten
D
De rechterkant van het hart pompt onvoldoende

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hartfalen: wat is geen veelvoorkomend symptoom van hartfalen?
A
vermoeidheid
B
kortademigheid
C
halfzijdige verlamming
D
vocht vasthouden

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hartfalen is:
A
Verminderde pompfunctie hart
B
Hartkramp door zuurstofterkort
C
Een ander woord voor een hartaanval
D
Een beroerte

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de behandeling bij hartfalen?

Slide 30 - Woordweb

Medicatie versterken pompkracht
Plasmedicatie
Hartrevalidatie
ICD of pacemaker
Operatie
Kunsthart

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies