relatief pronomen

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBeroepsopleiding

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Relatief pronomen 
De cursisten willen liever lezen over duurzaamheid.
Verwijst naar substantief of zin
geeft daar extra informatie over.
De cursisten die al bij hoofdstuk 5 zijn, willen liever lezen over duurzaamheid.

Slide 2 - Tekstslide

werkwoord zonder prepositie
die of dat
De cursisten die al bij hoofdstuk 5 zijn, willen liever lezen over duurzaamheid.
Het kantoor dat al jaren leeg staat, wordt binnenkort afgebroken.
de
het

Slide 3 - Tekstslide

Plaats
waar zonder prepositie
Ik zit in een koele ruimte.
De ruimte waar ik nu zit is koel.

Slide 4 - Tekstslide

met wordt mee
tot wordt toe
uit wordt vandaan
naar wordt naartoe
werkwoord met prepositie
waar + prepositie
het relatief pronomen kan worden gesplitst
De rugzak waar ik mee op reis ga ...
dingen

Slide 5 - Tekstslide

werkwoord met prepositie
prepositie + wie
De zes cursisten van wie er twee ontbreken,  doen erg hun best.
De kinderen voor wie hij zorgt, 
zijn van zijn oudste zus.
mensen

Slide 6 - Tekstslide

wat
      na een onbepaald voornaamwoord        na een superlatief
       verwijzingen naar een hele zin
       niet expliciet waarover het gaat
Het huis opruimen, wat je goed hebt gedaan...
...vind ik het leukste wat ik kan doen.
Je zegt altijd wat ik nog moet doen...
...wat ik wel doe, daar hoor ik je niet over.

Slide 7 - Tekstslide

Relatief pronomen 
zonder prepositie
De relatieve bijzin geeft extra informatie over een  substantief of zin.
De cursisten die dezelfde les volgen.
die
Het  boek dat acht hoofdstukken heeft.
prepositie + wie
waar + prepositie
met prepositie
De vriendin met wie ze koffiedrinkt.
De vakantie  waarvan ze droomt.
dat
waar
wat

Slide 8 - Tekstslide

Relatief pronomen 

Slide 9 - Tekstslide

Relatief pronomen 
zonder prepositie
De relatieve bijzin geeft extra informatie over een  substantief of zin.
De cursisten die dezelfde les volgen.
die
Het  boek dat acht hoofdstukken heeft.
prepositie + wie
waar + prepositie
met prepositie
De vriendin met wie ze koffiedrinkt.
De vakantie  waarvan ze droomt.
dat
waar
wat

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide




Er zit een jongen in mijn klas ... ik de hele dag denk.
Wat is het relatief pronomen?

Slide 12 - Open vraag




Het weer is iets ... je geen invloed hebt.
Wat is het relatief pronomen?

Slide 13 - Open vraag



We hebben een huis met een tuin, ... we ons heel blij maakt.
Wat is het relatief pronomen?

Slide 14 - Open vraag




De cursus ... Juan heeft geïnformeerd, zit helaas vol.
Wat is het relatief pronomen?

Slide 15 - Open vraag




Dat is dat meisje ... ik altijd zo moet lachen.
Wat is het relatief pronomen?

Slide 16 - Open vraag




Zij hebben een kind ... heel goed kan leren.
Wat is het relatief pronomen?

Slide 17 - Open vraag




Jelle werk samen met een collega ... al veel ervaring heeft.
Wat is het relatief pronomen?

Slide 18 - Open vraag




Peter heeft een rijbewijs ... tot 28 augustus geldig is.
Wat is het relatief pronomen?

Slide 19 - Open vraag




Ik begrijp niet ... je je zorgen maakt.
Wat is het relatief pronomen?

Slide 20 - Open vraag



Ik heb alles ... mijn hartje begeert.
Wat is het relatief pronomen?

Slide 21 - Open vraag



... denk je als je het hebt over iemand ... heel slim is?
Wat is het relatief pronomen?

Slide 22 - Open vraag



Dit is de stad ... ik al jaren woon.
Wat is het relatief pronomen?

Slide 23 - Open vraag



Lezen is het liefste ... ik doe als ik op vakantie ben.
Wat is het relatief pronomen?

Slide 24 - Open vraag