1.1 Bladeren, fotosynthese en verbranding

Hoofdstuk 1 Leerjaar 4: Planten
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1 Leerjaar 4: Planten

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Planten
Bestaan uit wortels ,stengels en bladeren. In dit hoofdstuk gaan we het over de bladeren hebben. 

Slide 3 - Tekstslide

Bladeren
Blad is gebouwd uit nerven en bladmoes.
Nerven: zijn de 'bloedvaten' van de plant. Ze vervoeren stoffen.
Bladmoes: cellen met bladgroenkorrels. 

Slide 4 - Tekstslide

Het blad
Huidmondje
Weefsel met
bladgroenkorrels
Opperhuid
Vaatbundel
Weefsel met
bladgroenkorrels
Waterdamp
Zuurstof
De bouw van bladeren

Slide 5 - Tekstslide

vacuole
Bladgroenkorrel
Celkern
Plantencel

Slide 6 - Tekstslide

Fotosynthese
Om aan fotosynthese te doen mag het niet te koud zijn voor de plant. 
De bladgroenkorrels moeten vaak vervangen worden, hier heeft de plant ook licht voor nodig. 

Slide 7 - Tekstslide

Fotosynthese
  • Planten kunnen stoffen omzetten in andere stoffen (stofwisseling). Dit omzetten noem je een reactie. 
  • Fotosynthese: Koolstofdioxide en water worden omgezet in glucose en zuurstof dit gebeurt in de bladgroenkorrels
  • Hierbij is nodig: Licht, bladgroenkorrels, geschikte temperatuur, koolstofdioxide, water
  • Er wordt lichtenergie (zonlicht) vastegelegd in glucose. Glucose is een suiker.
  • Tijdens fotosynthese wordt er zuurstof gevormd. Het zuurstof dat de plant niet gebruikt gaat via de huidmondjes van de bladeren naar buiten. 
  • Huidmondjes zijn kleine gaatjes in de bladeren waardoor koolstofdioxide naar binnen kan gaan en zuurstof en waterdamp naar buiten. 

Slide 8 - Tekstslide

Huidmondjes

Slide 9 - Tekstslide

Glucose
Deze wordt gemaakt tijdens de fotosynthese. 
De plant maakt hier weer andere stoffen van, en gebruikt dit gelijk of slaat ze op als reservestoffen in de bladeren. Wij (en de dieren) eten deze bladeren weer op om energie te krijgen

Slide 10 - Tekstslide

Organische en anorganische stoffen

Alle stoffen op aarde kun je verdelen in 2 groepen:
1) Organische stoffen 
2) Anorganische stoffen

Slide 11 - Tekstslide

1) Organische stoffen
Komen van organismen. Dus van planten of dieren. Eiwitten, koolhydraten, vetten. Ook aardolie en aardgas (ontstaan uit dode resten van planten en dieren). 
In organische stoffen zit energie

Slide 12 - Tekstslide

2) Anorganische stoffen
Komen uit de levenloze natuur. Water, zuurstof, CO2, ijzer, zout zijn voorbeelden. In anorganische stoffen zit geen energie.

Slide 13 - Tekstslide

Alle organismen bestaan uit organische en anorganische stoffen. 
Water + eiwitten, vetten, koolhydraten, enz. 

Slide 14 - Tekstslide

Reactievergelijking
Verbranding:
Zuurstof + Brandstof (glucose) --> Koolstofdioxide + water + energie

Fotosynthese:
Energie + Koolstofdioxide + water --> zuurstof + glucose

Slide 15 - Tekstslide

Stofwisseling
Omzetten van stoffen in andere stoffen

De brandstof voor verbranding is altijd een organische stof (hier zit energie in). De verbrandingsproducten zijn altijd anorganische stoffen: de energie is eruit gehaald.

Slide 16 - Tekstslide

Aan het werk! Biologie
Wat? 1.1  Bladeren, fotosynthese en verbranding - opdrachten 1 t/m 11


Klaar? Begin met je samenvatting!

timer
1:00

Slide 17 - Tekstslide

Vragen?
Wat vond je moeilijk?
Wat zou je graag willen herhalen?
Waar heb je nog extra uitleg over nodig?

Slide 18 - Tekstslide