In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
English
Meervoud herhalen
woordjes training
stones
Slide 2 - Tekstslide
wat zijn de drie regels voor meervouden?
Slide 3 - Open vraag
regel 1
1. Er komt een -s- achter een woord als dat woord een zelfstandig naamwoord is. Wat is zelfstandig naamwoord is een woord voor mensen, dieren, dingen en planten.
Voorbeeld: car---carS.
Slide 4 - Tekstslide
regel 2
2. Er komt -es- achter woorden die een s aan het eind hebben of klinken als een sssss of eindigen op een -o-.
Voorbeeld: glass—glasses en hero---heroes.
Slide 5 - Tekstslide
regel 3
3. Woorden met een y: staat er een medeklinker voor de y: dan wordt de y een ies.
Voorbeeld: pony wordt ponies
Slide 6 - Tekstslide
meervoud van: table
Slide 7 - Open vraag
meervoud van: teacher
Slide 8 - Open vraag
meervoud van: lady
Slide 9 - Open vraag
meervoud van: baby
Slide 10 - Open vraag
meervoud van: watch
Slide 11 - Open vraag
meervoud van: laptop
Slide 12 - Open vraag
Woordjes oefenen
Ken je ze al een beetje?
Slide 13 - Tekstslide
Vertalen: plak/snee
Slide 14 - Open vraag
vertalen: knapperig
Slide 15 - Open vraag
Vertalen: dorstig
Slide 16 - Open vraag
Vertalen: pittig
Slide 17 - Open vraag
Vertalen: uien
Slide 18 - Open vraag
Vertalen: ontbijt
Slide 19 - Open vraag
vertalen: bevroren
Slide 20 - Open vraag
vertalen: uitleggen
Slide 21 - Open vraag
STONES
Zinnen maken
Slide 22 - Tekstslide
maak een goede zin: some - apples - can - please - have -I ?
Slide 23 - Open vraag
Maak een zin van: with - else -anything - I - help - you - can?
Slide 24 - Open vraag
Maak een zin van: does - smell - like - it - what ?
Slide 25 - Open vraag
maak een zin van: kilo - of - how much - is a - strawberries?
Slide 26 - Open vraag
maak een zin van: favourite - food - my - pizza - is