09 02 24 H2 Spelling met of zonder -n
1 / 13
Lesduur is: 20 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Tekstslide
Van alle(n) studenten hebben vele(n) een voldoende gehaald voor hun toets.
A
alle, velen
B
allen, vele
C
alle, vele
D
allen, velen
Slide 4 - Quizvraag
Van die struiken wil ik er wel enkele(n) in mijn tuin.
A
enkelen
B
enkele
Slide 5 - Quizvraag
Die broers maken altijd ruzie en meestal hebben ze beide(n) schuld
A
beide
B
beiden
Slide 6 - Quizvraag
Die broers hebben altijd ruzie en meestal hebben beide(n) schuld.
A
beide
B
beiden
Slide 7 - Quizvraag
In onze kast staan de oudste(n) dropjes voor de nieuwste(n)
A
oudste, nieuwste
B
oudsten, nieuwste
C
oudste, nieuwsten
D
oudsten, nieuwsten
Slide 8 - Quizvraag
Koop een Lavamat-wasmachine: van de beste(n) de goedkoopste(n)
A
beste, goedkoopste
B
besten, goedkoopste
C
beste, goedkoopsten
D
besten, goedkoopsten
Slide 9 - Quizvraag
Bejaarde(n) mensen minder slaap nodige dan jeugdige(n).
A
bejaarde, jeugdige
B
bejaarden, jeugdige
C
bejaarde, jeugdigen
D
bejaarden, jeugdigen
Slide 10 - Quizvraag
Sommige(n) van de leerlingen gaan in de herfstvakantie op reis.
A
Sommige
B
Sommigen
Slide 11 - Quizvraag
Op de receptie genoten de aanwezige(n) van een heerlijke versnapering.
A
aanwezige
B
aanwezigen
