Globale geschiedenis van het atoommodel (Democritus, Dalton, Rutherford, Bohr/Chadwick, geen precieze jaartallen)
Rekenen met massagetal, protonen en neutronen (en elektronen)
Isotopen en radioactiviteit
Slide 3 - Tekstslide
Opgave 1 oefentoets
Slide 4 - Tekstslide
Paragraaf 2
Belangrijke zaken:
Metalen, metalloïden en niet-metalen onderscheiden in het periodiek systeem
Perioden en groepen (alkalimetalen, edelgassen en halogenen)
Slide 5 - Tekstslide
Opgave 2 oefentoets
Slide 6 - Tekstslide
Paragraaf 3
Belangrijke zaken:
Legeringen en massapercentages
Eigenschappen/verschil tussen metalen, zouten en moleculaire stoffen
Metaalroosters
Slide 7 - Tekstslide
Voorbeeldopgave 1
Welke van deze drie stoffen heeft het hoogste kookpunt?
H2S
CO2
Sn
Slide 8 - Tekstslide
Tin (Sn) is een metaal. CO2 en H2S behoren beiden tot de moleculaire stoffen. Metalen hebben vrijwel altijd een hoger kookpunt dan moleculaire stoffen. Dus tin heeft hier het hoogste kookpunt
Slide 9 - Tekstslide
Opgave 3: Oefentoets
Slide 10 - Tekstslide
Paragraaf 4
Belangrijke zaken:
VanderWaalsbinding/molecuulbinding
Atoombinding/ covalente binding
Covalentie
Structuurformules
Atoommassa
Slide 11 - Tekstslide
Opgave 6: Oefentoets
Slide 12 - Tekstslide
Hoofdstuk 2
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Opgave 4: oefentoets
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Opgave 5: Oefentoets
(in de dia's hierna vind je nog een aantal oefenopgaven)