PV HP lesweek 6 (periode 6)

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 2

Oefenen voor de kennistoets!

Ga naar lessonup.app

Wat mag je WEL doen bij je beroepsgeheim?

1. Dossiers laten slingeren op de afdeling
2. In openbare ruimtes over cliënten praten met collega's
3. Informatie over de cliënt delen met het netwerk van de cliënt
4. Met andere cliënten praten over problemen van een cliënt

Welke groep heeft de grootste kans om slachtoffer te worden van huiselijk geweld?

1. Kinderen
2. Mannen
3. Vrouwen
4. Ouderen

Noem 1 mogelijk signaal van huiselijk geweld:

Waar staat de afkorting AVG voor?

Wat is het verschil tussen de beroepscode en het beroepsgeheim?

Wat mag / doe je met informatie over cliënten die je hoort op je stage?

Het oudste hulpmiddel

Samen met je client op de fiets

Een handig vervoermiddel wanneer de client een lichamelijke of verstandelijke beperking heeft.

Verschillende soorten en worden aangepast voor de client.

Voor clienten die minder goed te been zijn of problemen met het evenwicht hebben.

Waarom moet je de rollator regelmatig schoonmaken?

Wat kunnen voor jou de gevolgen zijn van niet-ergonomisch werken?

Wat is er noodzakelijk bij een darmafsluiting?

1. Veel vezels eten
2. Medisch ingrijpen
3. Veel drinken

Wat is een complicatie van obstipatie?

1. Diarree
2. Aambeien
3. Soepele stoelgang
4. Veel honger

Wat is een ander woord voor obstipatie?

1. Decubitus
2. Smetten
3. Verstopping

Waardoor kan je mobiliteit aangetast worden?

Hoeveel ml vocht zit er gemiddeld in een stuk fruit?

Je ziet dat het sputum de kleur groen heeft, wat kan dit betekenen?

1. Cliënt heeft iets groens gegeten
2. Dit is normaal
3. De cliënt heeft (ws) een ontsteking
4. De cliënt heeft te weinig gedronken

Welk gevaar loopt de cliënt als braaksel in de longen komt?

1. De longen lopen over
2. Kans op longontsteking
3. Er is geen gevaar
4. De cliënt heeft kans op een hernia

Wat is het nette woord voor overgeven?

Hoeveel ml vocht zit er in een gemiddeld glas?

Welke twee categorieën tilliften zijn er?

Wat betekent "de frequentie van de stoelgang"?

1. Hoe vaak de cliënt ontlasting heeft
2. Hoe dik/hard de ontlasting van de cliënt is
3. Hoe dun de ontlasting van de cliënt is

Bij wie kan incontinentie voorkomen?

1. Kinderen
2. Volwassenen
3. Ouderen
4. Iedereen

Waar moet je altijd goed aan denken wanneer je iemand helpt bij de toiletgang

1. Een gezellig praatje
2. Privacy
3. Dat je de deur op slot draait

Maak proeftoets 

Zelfstandig ga je de proeftoets maken van de klas

Nabespreken: les 7