V6_Globalisering en het voedselvraagstuk

1 / 49
volgende
Slide 1: Video
AardrijkskundeWOStudiejaar 4-6

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is het zinvol om het wereldvoedselvraagstuk te bekijken vanuit de invalshoek 'samenhang en verscheidenheid'? (Thema globalisering)

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Globalisering en het voedselvraagstuk 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

planning
Cijfers? -> nog even geduld
begin maken 1.1 voedselvraagstuk
kijkopdracht
aan de slag
quizje aan het einde als er tijd over is

pak je:
laptop
(dicht)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen (thema voedselvraagstuk) 

  • Je kunt de verschillende soorten honger uitleggen aan de hand van voorbeelden
  • Je begrijpt dat het voedselvraagstuk samenhangt met globalisering 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Honger in de wereld

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

kwalitatieve honger
Kwaliteit  

Mensen hebben wel voedsel maar die is eenzijdig. Het ontbreekt aan vitaminen, mineralen etc. Oorzaak - armoede

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kwantitatieve honger

Kwantiteit

Onvoldoende voedsel
Onvoldoende calorieën
Onvoldoende energie

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is er wel een voedsel te kort?
voedselcrisis

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Obesitas in de wereld

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voedselvraagstuk = verdelingsvraagstuk
Er is genoeg, maar niet goed verspreid over de wereld. 


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voedselcrisis
in 1972 kwam de club van rome en voorspelde miljarden doden door hongersnood

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbetering voedsellandbouw
  • betere manieren bodembewerking
  • meststoffen --> opkomst kunstmest
  • bestrijdingsmiddelen
  • (moderne) irrigatietechnieken




Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groene revolutie
stijging landbouwopbrengsten
High yielding varieties
GMO (Genetisch gemodificeerd organisme)

Nadelen?
  • toename ongelijkheid
  • duurzaamheid neemt af

Slide 21 - Tekstslide

Men zaaide nieuwe graansoorten in, met name van rijst, mais en tarwe. Het ging om zogenaamde hyv-rassen: high yielding variety’s, ofwel variëteiten met een hoge opbrengst (figuur 1.31). Wereldwijd verdubbelde hierdoor in dertig jaar tijd de opbrengst per hectare, wat bijvoorbeeld Azië behoedde voor een ernstige voedselcrisis.
Hoe werkt die wereldmarkt?
hoe meer aanbod, hoe lager de prijs. 

Westerse landen: beschermen eigen productie en markt, subsidiëren de landbouw en werken efficiënter -> lagere prijs

Ontwikkelingslanden: kopen die producten, want die zijn goedkoper en zij zijn arm. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is het kwekersrecht zo belangrijk voor Nederland?
A
Het zorgt ervoor dat Nederland de wereldleider is in groenteproductie.
B
Het maakt het mogelijk om zaden van anderen te gebruiken om nieuwe, betere gewassen te ontwikkelen.
C
Het beschermt bedrijven tegen concurrentie van buitenlandse zaadbedrijven.
D
Het voorkomt dat grote bedrijven patenten kunnen aanvragen op groenten.

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het belangrijkste gevolg van het patenteren van groenten door grote bedrijven zoals Monsanto?
A
Kleine kwekers kunnen hun zaden niet meer vrij gebruiken en ontwikkelen.
B
De voedselprijzen dalen wereldwijd.
C
Groenten worden resistent tegen alle ziektes en plagen.
D
Het kwekersrecht wordt wereldwijd erkend als norm.

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe beïnvloedt de patentering van zaden de voedselvoorziening volgens het filmpje?
A
Het stimuleert innovatie door concurrentie tussen bedrijven.
B
Het stopt de vooruitgang in de ontwikkeling van nieuwe groenterassen.
C
Het maakt voedsel goedkoper door efficiëntere productieprocessen.
D
Het zorgt ervoor dat kleine kwekers een monopoliepositie krijgen.

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe leidt het patenteren van zaden door grote bedrijven zoals Monsanto tot problemen voor boeren in arme landen?
A
Boeren in arme landen krijgen toegang tot betere technologieën en zaden.
B
Boeren in arme landen moeten dure zaden kopen en kunnen deze niet opnieuw gebruiken.
C
Het patenteren van zaden verlaagt de kosten voor boeren wereldwijd.
D
Kleine boeren in arme landen profiteren van subsidies van grote zaadbedrijven.

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

aan de slag
lees eerst in stilte het nieuwsartikel
beantwoord de vragen
we bespreken het gezamenlijk na
klaar? -> maak de introductie hoofdstuk 1 Opdracht 1 t/m 4
timer
5:00

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groeiende middenklasse tegenover grote hongersnood

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mensen die honger hebben, hebben te weinig voedsel.
A
goed
B
fout

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ondervoeding (begrip) hoort bij
A
kwalitatieve honger
B
kwantitatieve honger

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is vaak gekoppeld aan kwalitatieve honger?
A
Welvaartsziekten
B
Te weinig energie

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je niet voldoende voedsel binnen krijgt dan heb je....
A
Kwantitatieve honger
B
Kwalitatieve honger

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Globalisering is een grote oorzaak van het ontstaan van commerciële landbouw
A
waar
B
niet waar

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het voedselprobleem is vooral een verdelingsvraagstuk
A
juist
B
onjuist

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen (thema voedselvraagstuk) 

  • Je kunt de verschillende soorten honger uitleggen aan de hand van voorbeelden
  • Je begrijpt dat het voedselvraagstuk samenhangt met globalisering 

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zijn bij jou de leerdoelen behaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 37 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ullman bedacht 3 voorwaarden voor handel. Heb je een idee welke dit zijn?

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Interactietheorie van Ullman
Voorwaarden voor vervoersstroom:
  1. Complementariteit
  2. Transporteerbaarheid
  3. Geen tussenliggende mogelijkheden

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Complementariteit
  • Transporteerbaarheid
  • Tussenliggende Mogelijkheid

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Interactietheorie Ullman

    1. Leg aan de hand van de transporttheorie de afbeelding uit. 
      

       2. Kan je Ullman toepassen op de oliehandel tussen Japan en China en Indonesië?

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

https://www.hln.be/nieuws/buitenland/risico-op-wereldwijde-voedselcrisis-door-coronavirus~a641e9315/
Er bestaat een risico op “voedseltekort” op de wereldmarkt door verstoringen in de internationale handel en de voedselbevoorrading die te maken hebben met Covid-19, zo hebben de voorzitters van twee agentschappen van de Verenigde Naties en van de Wereldhandelsorganisatie gewaarschuwd. 
“De onzekerheden in verband met de beschikbaarheid van voedsel kunnen een golf van exportbeperkingen uitlokken”, die op haar beurt “een tekort op de wereldmarkt” teweegbrengt.

De organisaties maken zich onder meer zorgen over “de vertraging van het verkeer van de arbeiders uit de landbouw- en voedselindustrie”, wat heel wat landbouw in het Westen blokkeert, en over de “vertraging aan de grenzen voor containers” met goederen die daardoor bederven en verspild worden. 

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Toetsvraag
Zwitserland behoort tot het achterland van de havens van Rotterdam en Amsterdam.
Met behulp van welk begrip uit de theorie van Ullman kun je het beste verklaren dat de grootste vervoersstroom vanuit Zwitserland juist naar deze twee havens loopt? Motiveer je keuze voor het gebruikte begrip. 

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met behulp van welk begrip uit de theorie van Ullman kun je het beste verklaren dat de grootste vervoersstroom vanuit Zwitserland juist naar deze twee havens loopt? Motiveer de keuze voor het begrip

Slide 48 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord
transporteerbaarheid 

Uit de motivering moet blijken dat Rotterdam en Amsterdam vanuit Zwitserland uitstekend bereikbaar zijn via de Rijn 

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies