Dialect en tussentaal_ OKAN Blauw
1 / 29
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Welke zin past bij de foto?
A
Eikes, dat is vies!
B
Allee, kom toch mee!
C
Héla, wat zijt ge aan het doen?
D
Ja lap, daar had ik niet aan gedacht.
Slide 14 - Quizvraag
Welke zin past bij de foto?
A
Ja lap, daar had ik niet aan gedacht!
B
Allee, kom toch mee!
C
Héla, wat zijt ge aan het doen?
D
Amai, gij zijt groot geworden!
Slide 15 - Quizvraag
Welke zin past bij de foto?
A
Ja lap, daar had ik niet aan gedacht!
B
Allee, kom toch mee!
C
Awel, dat is een goed idee!
D
Amai, gij zijt groot geworden!
Slide 16 - Quizvraag
Welke zin past bij de foto?
A
Ja lap, daar had ik niet aan gedacht!
B
Allee, kom toch mee! Het wordt plezant!
C
We gaan sowieso winnen!
D
Zeg, stop daar eens mee!
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Welk dialect spreekt de vader van Jozef?
A
Leuvens
B
West-Vlaams
C
Antwerps
D
Limburgs
Slide 20 - Quizvraag
Slide 21 - Video
Welk dialect spreekt Joske en de man die belt?
A
Leuvens
B
West-Vlaams
C
Antwerps
D
Limburgs
Slide 22 - Quizvraag
Slide 23 - Video
Welk dialect spreekt Stafke?
A
Leuvens
B
West-Vlaams
C
Antwerps
D
Limburgs
Slide 24 - Quizvraag
Slide 25 - Video
In welk dialect zingt Willem?
A
Leuvens
B
West-Vlaams
C
Antwerps
D
Limburgs
Slide 26 - Quizvraag
Slide 27 - Video
In welk dialect zingt Willem?
A
Leuvens
B
Brussels
C
Antwerps
D
Limburgs
