TW1-H1.3-Ta!ent-lezen-derde les-theorie en tekst 3

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Nederlands

Hoofdstuk 1, paragraaf lezen

Klas: A3C/G3A

Docent: BSC

Leerdoelen

• Je weet wat een artikel is (blz. 25)
• Je weet hoe je het onderwerp vindt. (blz. 27)
• Je weet hoe je een hoofgedachte formuleert. (blz. 27)
• Je weet hoe een alinea is opgebouwd (blz. 30)
• Je kan de functies van de inleiding en het slot benoemen en herkennen (blz. 31)
• Je herkent tekstverbanden en signaalwoorden. (blz. 33)

De opbouw van een alinea bestaat uit:

1. Minimaal 3 kernzinnen.
2. Alleen maar belangrijke zinnen.
3. Inleiding, kern, slot
4. Een kernzin met daarbij een uitleg, uitwerking of voorbeelden.

De eerste zin van een alinea is meestal de kernzin

1. Waar
2. Niet waar

Welke tekstverbanden kun je nog benoemen?

Welke functies kan de inleiding van een tekst, naast aandacht trekken, nog meer hebben?

Welke functies kan een slot van een tekst hebben?

Wat is de functie van de inleiding?

1. Een centrale vraag stellen
2. Een mening geven
3. Het onderwerp benoemen
4. Een persoon introduceren

Welke zoekpagina's en zoekmachines gebruik jij om (betrouwbare) informatie te vinden?

Is Wikipedia een betrouwbare bron? Waarom wel/niet?

aan het werk

• maken 1.3 opdracht 17 t/m 21 (tekst 3) 
• test jezelf (digitaal)