Les 4: Verpakken en etiketteren

• Groen
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

2.1 Wat is selecteren?

1. Producten oogsten en vervoeren
2. Producten bij elkaar leggen die bij elkaar horen
3. Producten verpakken
4. Producten uitzoeken

2.2 Wat kan er gebeuren als een producent zich bij het selecteren niet houdt aan de selecteereisen?

1. Dan moet hij de levering opnieuw verpakken.
2. Dan moet hij de levering terugnemen of een boete betalen.
3. Dan moet hij het product opnieuw oogsten
4. DIT ANTWOORD IS HET NIET! ;-)

2.3 Welke selecteereisen gelden onder andere voor tomaten die worden verkocht in de supermarkt?

1. Ze zijn helemaal rood en ze zijn ziektevrij. Ze mogen beschadigd zijn.
2. Ze zijn nog niet helemaal rood en ze zijn ziektevrij.
3. Ze zijn rood, onbeschadigd en ziektevrij.
4. Ze zijn nog niet helemaal rood, ze zijn onbeschadigd en ziektevrij.

2.4 Welke selecteereisen gelden onder andere voor tomaten die nog een lange reis moeten maken?

1. Ze zijn helemaal rood en zijn ziektevrij. Ze mogen beschadigd zijn.
2. Ze zijn nog niet helemaal rood en ze zijn ziektevrij.
3. Ze zijn rood, onbeschadigd en ziektevrij.
4. Ze zijn nog niet helemaal rood, ze zijn onbeschadigd en ziektevrij.

2.5 Hoe komt het dat er na het selecteren steeds meer voedsel vernietigd wordt?

1. De eisen van de afnemer zijn steeds strenger geworden.
2. De producten zijn slechter van kwaliteit geworden.
3. Mensen lusten geen groente .

2.6 Wie hebben ervoor gezorgd dat de selecteereisen aan agrarische producten soms minder streng zijn geworden?

1. De supermarkten die agrarische producten verkopen.
2. Groepen consumenten die agrarische producten verkopen.
3. Restaurants die agrarische producten inkopen

2.7 Hoe kan de verwerkende industrie voedselverspilling tegengaan?

1. Door producten die niet voldoen aan de eisen van veel afnemers te verwerken tot een nieuw product.
2. Door kwalitatief goede producten te verwerken tot een nieuw product.
3. Door producten die niet voldoen aan de eisen van veel afnemers te vernietigen.

2.8 Wat is sorteren?

1. Producten oogsten en vervoeren.
2. Producten bij elkaar leggen die bij elkaar horen.
3. Producten verpakken.
4. Producten verwijderen die niet aan de eisen voldoen.

2.9 Wanner een komkommer aan alle eisen van kwaliteit voldoet, zal deze komkommer ingedeeld worden in klasse:

1. 1
2. 2
3. 3
4. Extra

2.10 Gelden deze sorteereisen wel of niet voor tomaten die verkocht worden in de supermarkt?

1. Wel/ Wel/ Wel/ Niet/Niet/Wel

2.11 Noem een voorbeeld van een omverpakking?

1. Een krop sla in een plastic zak.
2. Een krop sla in een plastic hoes.
3. Tien kroppen sla in een doos.
4. Tien kroppen sla op het land.

2.12 Geef een voorbeeld van een verpakking met statiegeld?

1. Een kartonnen door met bananen.
2. Een pak melk in een supermarkt.
3. Een emmer met bloemen voor de veiling.

2.13 Welke informatie kun je onder andere vinden op een omverpakking van agrarische producten?

1. De kwaliteitsklasse van de producent.
2. De kwaliteitsklasse van het product.
3. De kwaliteitsklasse van de verpakking.
4. De kwaliteitsklasse van de afnemer.

2.14 Wat is belangrijk bij het verpakken van agrarische producten?

1. Zo snel mogelijk de verpakkingswerkzaamheden uitvoeren.
2. Een verpakking vullen tot hij vol is.
3. Zelf een werkwijze bedenken.
4. Handen wassen of handschoenen aantrekken voordat je begint.

2.15 Wat is een voorbeeld van een verpakking voor de consument?

1. Een krat met bloemkolen.
2. Een kist met bloemkolen.
3. Een doos met bloemkolen.
4. Een zakje met gewassen bloemkool

2.16 Wat wil een fabrikant met een eyecatcher?

1. Kwaliteit behouden.
2. Bederf tegengaan.
3. Verkoop bevorderen. Informatie over het product geven.

2.17 Op een verpakking voor consumenten staat veel informatie. Waarom staat er een productiedatum of partijcode op een verpakking?

1. Dan kan de fabrikant de fout opzoeken als er iets mis is met het product.
2. Dan weet je uit welke plaats het product komt.
3. Dan kan de kassamedewerker de prijs scannen.
4. Dan weet je wat de houdbaarheid is.

2.18 Wat is een eigenschap van plastic?

1. Plastic is onbreekbaar.
2. Plastic laat geen licht door.
3. Plastic ademt.

Tekst

Einde les