Aan een ‘de-woord’ kun je meestal niet zien of het mannelijk of vrouwelijk is. Maar soms wel.
Een woord dat eindigt op een van deze achtervoegsels is altijd vrouwelijk:
-heid, -nis, -ing, -st, -schap, -te, -ij, -ie,-iek, -ica, -theek, -teit, -tuur, -ade, -ide, -ode, -ude, -age, -ine, -se, -ee, -ose, -xis.
De woorden overheid, gevangenis, ontmoeting, last, vriendschap, breedte, bakkerij, justitie, systematiek, logica, discotheek, kwaliteit, frituur en olympiade zijn dus vrouwelijk.