havo MAW - ideologieën, dimensies en het politiek systeem - 210127

Hoe meer iemand verdient, hoe meer belasting hij/zij moet betalen.
A
Links - Rechts
B
Progressief - conservatief
C
Nationalisme-internationalisme
D
Materialisme- postmaterialisme
1 / 28
volgende
Slide 1: Quizvraag
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Hoe meer iemand verdient, hoe meer belasting hij/zij moet betalen.
A
Links - Rechts
B
Progressief - conservatief
C
Nationalisme-internationalisme
D
Materialisme- postmaterialisme

Slide 1 - Quizvraag

Het tegengaan van klimaatverandering is belangrijker dan economische groei.
A
Links - Rechts
B
Progressief - conservatief
C
Nationalisme-internationalisme
D
Materialisme- postmaterialisme

Slide 2 - Quizvraag

Softdrugs moeten in NL zo snel mogelijk gelegaliseerd worden.
A
Links - Rechts
B
Progressief - conservatief
C
Nationalisme-internationalisme
D
Materialisme- postmaterialisme

Slide 3 - Quizvraag

De regering moet miljarden investeren in defensie om de veiligheid te waarborgen.
A
Links - Rechts
B
Progressief - conservatief
C
Nationalisme-internationalisme
D
Materialisme- postmaterialisme

Slide 4 - Quizvraag

De overheid moet bedrijven dwingen om evenveel mannen als vrouwen in dienst te nemen.
A
Links - Rechts
B
Progressief - conservatief
C
Nationalisme-internationalisme
D
Materialisme- postmaterialisme

Slide 5 - Quizvraag

Het moet voor middelbare scholieren verplicht worden om elke ochtend het Wilhelmus te zingen.
A
Links - Rechts
B
Progressief - conservatief
C
Nationalisme-internationalisme
D
Materialisme- postmaterialisme

Slide 6 - Quizvraag

links
progressief
nationalisme
materialisme 
rechts
Conservatief
postmaterialisme
internationalisme
Nederland moet streven naar een Nexit (dus NL uit de EU).
Nederland moet samen met andere landen meedoen aan vredesoperaties.
Een belangrijk doel van de overheid is de belastingen laag te houden.
Zelfontplooiing is een belangrijker levensdoel dan rijk worden.
Homo- en heteroparen moeten kinderen kunnen adopteren.

Slide 7 - Sleepvraag

Welke politieke stroming is de grootste tegenstander van het basisinkomen?
A
Liberalisme
B
Confessionalisme
C
Socialisme
D
Communisme

Slide 8 - Quizvraag

Welke politieke stroming wordt door deze cartoon bekritiseerd?
A
Liberalisme
B
Populisme
C
Sociaaldemocratie
D
Christendemocratie

Slide 9 - Quizvraag

Welke standpunten horen bij het confessionalisme?
A
1 en 3
B
2 en 4
C
2 en 5
D
3 en 5

Slide 10 - Quizvraag

Van welke politieke stromingen was Karl Marx de grondlegger?
A
Socialisme & Conservatisme
B
Liberalisme & Confessionalisme
C
Socialisme & Communisme
D
Liberalisme & Communisme

Slide 11 - Quizvraag

Welke combinatie van politieke stroming, aanhang en politiek leider is
juist?
A
Liberalisme - arbeiders - Thorbecke
B
liberalisme - hoge burgerij - Troelstra
C
socialisme - arbeiders -Troelstra
D
socialisme - hoge burgerij - Thorbecke

Slide 12 - Quizvraag

Wat hoort bij linkse politieke partijen?
A
Passieve overheid
B
Actieve overheid
C
Ondersteunende overheid
D
Geen rol van de overheid

Slide 13 - Quizvraag

"Wie zich herhaaldelijk niet aan de regels houdt moet streng worden gestraft."
Bij welke ideologie past deze uitspraak het best?
A
Sociaaldemocraten
B
Conservatisme
C
Sociaal-liberalen
D
Socialisten

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen conservatisme en liberalisme

A
Het conservatisme is rechts, en liberalisme links
B
Het liberalisme wil ethische en economische vrijheid. Het conservatisme alleen economische
C
Het conservatisme is extreem, het liberalisme niet
D
Het conservatisme focust op het welzijnsdilemma en het liberalisme meer op het machtsdilemma

Slide 15 - Quizvraag

l. Socialisme stelt het geloof centraal.
ll. Liberalisme gaat voor gelijkheid
lll. Conservatisme gaat voor economische vrijheid
lV. Confessionalisme gaat voor vrijheid.

A
l, ll en lll zijn waar.
B
l, ll en lV zijn waar.
C
ll en IV zijn waar.
D
Alleen lll is waar.

Slide 16 - Quizvraag

Het traditionele gezin bestond ...
A
voor de jaren '60
B
in de jaren '60-'80
C
na de jaren '80
D
in alle periodes

Slide 17 - Quizvraag

Waar valt het fascisme onder?
A
links
B
extreem-links
C
rechts
D
extreem-rechts

Slide 18 - Quizvraag


Welke politieke stroming stelt de civil society centraal?
A
ecologisme
B
sociaaldemocratie
C
liberalisme
D
christendemocratie

Slide 19 - Quizvraag

Welke overeenkomst hebben extreem links en extreem rechts?

Slide 20 - Open vraag

welke volgorde van fases hoort in het systeemmodel?
A
input-omzetting-output
B
invoer - omzetting - uitvoer - feedback
C
omzetting- invoer- feedback- uitvoer
D
eisen en wensen- invoer- omzetting- uitvoer- feedback

Slide 21 - Quizvraag

Het systeemmodel bestaat uit verschillende fasen. Zet de subfasen van de fase Omzetting in de goede volgorde 
Subfase 1
Subfase 2
Subfase 3
Uitvoer
Agendabepaling
Beleidsvoorbereiding
Feedback
Beleidsbepaling
Beleidsevaluatie
Invoer

Slide 22 - Sleepvraag

Vraag 7
Bij welke fase van het systeemmodel hoort de kritiek van tegenstanders van de rekentoets in de tweede alinea?
A
invoer
B
omzetting
C
uitvoer
D
feedback

Slide 23 - Quizvraag

Welke (sub)fase herken
je in de tekst?
Systeemmodel
De proef met legale teelt en verkoop van wiet wordt gehouden in tien gemeenten. Het kabinet moet het advies nog goedkeuren. Ook moet het wetsvoorstel dat dit experiment mogelijk maakt nog door de Eerste Kamer, maar dat zal naar verwachting geen problemen geven.
A
politieke agendavorming
B
beleidsvoorbereiding
C
beleidsbepaling
D
feedback

Slide 24 - Quizvraag

Sommige actoren kunnen een barrière nemen (een barrière verder gaan). Dit noem je:
A
hindermacht
B
omgevingsfactoren
C
poortwachters
D
realisatiemacht

Slide 25 - Quizvraag

de minister wil een verbod op hamsteren, is een voorbeeld van:
A
input
B
conversie
C
output
D
feedback

Slide 26 - Quizvraag

Welke drie subfases kent de omzetting uit het systeemmodel?

Slide 27 - Open vraag

Noem zo vaak als je kunt een politieke partij met daarbij:
ofwel hun ideologie
ofwel een dimensie waartoe zij behoren.

Slide 28 - Woordweb