hoofdstuk 5

Kraamzorg



storingen hebben voorrang
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Kraamzorg



storingen hebben voorrang

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
De vorige keer hebben we het gehad over overdracht en afsluiting van de kraamperiode. Wie kan de kraamvrouw bellen? Geef antwoord op de volgende vragen.

Slide 2 - Tekstslide

Je vermoedt een schimmelinfectie (spruw). Wie bel je?
A
huisarts
B
consultatiebureau

Slide 3 - Quizvraag

Je hebt vragen over de voeding van je kindje. Wie bel je?
A
Huisarts
B
consultatiebureau

Slide 4 - Quizvraag

Je hebt klachten die horen bij borstontsteking. Wie bel je?
A
Huisarts
B
Consultatiebureau

Slide 5 - Quizvraag

Je baby is ziek en heeft verhoging. Wie bel je?
A
huisarts
B
Consultatiebureau

Slide 6 - Quizvraag

Je hebt vragen over het huil- of slaapgedrag van je baby. Wie bel je?
A
huisarts
B
consultatiebureau

Slide 7 - Quizvraag

Welke bijzondere situaties ken je al rondom zwangerschap en bevalling?

Slide 8 - Woordweb

Vroeggeboorte
Normale zwangerschap 40 weken. Vanaf 37 weken mag je thuis bevallen. Eerder betekent vroeggeboorte.

Vroeggeboorte kan spontaan of opgewekt (bijv. bij HELLP-sydroom)

overlevingskans vanaf 24 weken

Voor 22 weken spreekt men van een miskraam

Slide 9 - Tekstslide

Wat kan een oorzaak zijn van vroeggeboorte?
A
Vrouwen worden op latere leeftijd zwanger
B
meer meerlingen ten gevolge van vruchtbaarheidsbehandelingen
C
opgewekt door specialist

Slide 10 - Quizvraag

Kenmerken en medische problemen van een premature baby
  • Hoofd is groot ten opzichte van de lengte en het gewicht
  • Vet ontbreekt: de baby is te mager (ook armen en benen)
  • problemen met de temperatuur door lage stofwisseling en weinig spierbewegingen
  • ademhaling wisselt. apneu door onrijpheid van ademhalingscenturm in de hersenen
  • moeite met opnemen van zuurstof en de baby huilt niet krachtig
  • risico op (hersen) bloedingen door stollingsproblemen
  • zuigen en slikken is moeilijk. borstvoeding is het beste
  • de huid is rood en dun. Kwetsbaar en toegangspoort voor infecties
  • hyperbilirubinemie door onrijpheid van de lever
  • nieren werken onvoldoende. oedeem. Moeite met uitscheiden van gifstoffen (medicatie)
  • overstrekken en daarbij hard huilen

Slide 11 - Tekstslide

Toekomst voor prematuur
Het is lastig voor de ouders om zich aan het kindje te hechten. (denk aan apparatuur)
Kangoeroetijd op coeveuseafdeling. (huid op huid contact)

6 van de 10 kinderen die na 24 weken wordt geboren overlijdt.
4 op de 10 kinderen na 25 weken.

Als het kind overleeft, dan blijft de toekomst onzeker. 
60% van de kinderen groeit gezond op.
40% houdt lichte of zware handicaps

Slide 12 - Tekstslide

Complicaties in de ontwikkeling
  • cognitieve problemen (lezen, spreken, leren, schrijven)
  • achterstand in motoriek
  • gedragsproblemen
  • geheugenproblemen (lager IQ dan gemiddeld)
  • visuele problemen en gehoorproblemen 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Slide 15 - Link

uitgestelde kraamzorg
Ook coveusenazorg genoemd.
3 uur op een dag. max. 4 dagen.
nadruk op voorlichting en instructie
integratie van baby in het gezin

  • Hoe verzorg ik de baby thuis?
  • Wat zie je aan een baby, wat is normaal, wat niet?
  • Hoe zorg ik ervoor dat de baby veilig in zijn bedje slaapt?
  • Hoe maak ik flesvoeding klaar?
  • Hoe kom ik in contact met het consultatiebureau?

Slide 16 - Tekstslide