7.5 elektriciteit in huis

7.5 Elektriciteit in huis
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

7.5 Elektriciteit in huis

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

planning
  • Terugblik op 7.3 technisch tekenen

  • Wat is elektriciteit?
  • Hoe krijg je stroom in huis?
  • 3 belangrijke begrippen
  1. spanning
  2. stroomsterkte
  3. weerstand

  • De wet van Ohm

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nog van?

Kennistest

Slide 3 - Tekstslide

Er volgen nu vragen om de voorkennis van de leerling te testen.
hier moeten vragen over 7.4 ingezet worden!

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk type tekening is dit?
A
isometrisch
B
plattegrond
C
Amerikaans perspectief
D
schets

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk type tekening is dit?
A
isometrisch
B
plattegrond
C
Amerikaans perspectief
D
schets

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk type tekening is dit?
A
isometrisch
B
plattegrond
C
Amerikaans perspectief
D
schets

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De auto is op schaal 1:100 weergegeven. Hoeveel meter is de auto in het echt als deze auto 4 cm op schaal is?
A
4000 cm
B
400 cm
C
40 meter
D
4 meter

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Schaal 4:1
B
Schaal 1:4
C
Schaal 6:1
D
Schaal 1:6

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan bij Elektriciteit?

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Spanningsbron
Een spanningsbron levert de spanning die nodig is om elektrische stroom door apparaten te laten lopen.
Voorbeeld: stopcontact, batterijen, accu 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe krijg je stroom in huis?
Hoe krijg je stroom in huis?
Stroom komt binnen via de meterkast.

De elektriciteitsmeter meet hoe veel stroom je verbruikt. Daar betaal je voor

De aardlekschakelaar meet of alle energie stroom ook het huis weer uit gaat (veiligheid)

De groepenkast met zekeringen verdeeld de stroom over verschillende ruimtes in huis.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar hoe werkt elektriciteit?
Zoek de betekenis van 3 begrippen op

1.  Spanning
2. Stroomsterkte
3. Weerstand

Slide 14 - Tekstslide

Geef leerlingen voldoende tijd om dit te doen. Vaak is het wel een beetje aan te voelen

Een variant is dat elk tafelgroepje samen zoekt en dat iedereen daarna onderling uitwisselt. 

Maak uiteindelijk samen een begripsomscrijving van alle drie de begrippen.

Spanning
Het water van de rivier loopt bij de waterval van boven naar beneden. 

In de batterij loopt de stroom van plus naar min. Dit is altijd zo!

De waterval is klein, dus de kracht is laag. Dit moet de spanning van de batterij voorstellen, die is ook laag. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stroom
De waterval is hier veel groter. je kan hier ook niet meer veilig zwemmen. 

De spanning is hier hoog. 
Dit zou bijvoorbeeld een stopcontact kunnen voorstellen. 

Een stopcontact heeft een spanning van 230 volt. 
De stroom is ook gevaarlijk bij een hoge spanning.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kabouters en houtblokken, stroomsterkte en spanning 
Je kunt stroomsterkte en spanning vergelijken met kabouters die met houtblokken een kampvuur brandend moeten houden. 

De batterij, de energiebron, is te vergelijken met de houtvoorraad aan de rand van het bos. 

De kabouters die het hout van de rand van het bos naar de kampvuurplaats brengen zijn te vergelijken met de stroom die de energie vervoert van de spanningsbron naar een energieverbruiker (bijvoorbeeld het kampvuur).  

Slide 17 - Tekstslide

Vergelijk elektronen met kabouters (elektronen) die met houtblokken (energie lading) rondgaan in een stroomkring.
Het aantal houtblokken dat de kabouters bij zich dragen is de spanning.
Stroomsterkte
1
2
3

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Definities die je kan gebruiken
Spanning: De spanning geeft aan hoe hard de energie door de stroomkring wordt gepompt. Eenheid is Volt

Stroomsterkte: De stroomsterkte geeft aan met welke snelheid de electronen (Deeltjes die energie afgeven) rond stromen. Eenheid is ampére

Weerstand: De weerstand geeft aan hoe moeilijk het voor de stroom is om rond te stromen. Eenheid is Ohm
Deze dia komt niet in de klassikale les

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Begin bij 1:28
Grootheden en eenheden
grootheid
eenheid
symbool
afkorting in formules
Spanning
Volt
V
U
Stroomsterkte
Ampére
A
I
Weerstand
Ohm
Ω
R

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Link

Gebruik deze website om te laten zie hoe de drie begrippen samen werken.


VRAGEN?

Slide 23 - Tekstslide

Wisselmoment: vragen?
Weektaak
Maak in je werkboek van 7.5 (bladzijde 44 tot 47).
Opdracht 2, 3, 5, 6, 7, 8, 9, 13, 14, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23

Oefenen met PhetLab met de opdrachten van 7.5 uit het boekje (zie bouwsteen 7.5 op Its Learning).

PO Droomvilla

Slide 24 - Tekstslide

Laat de leerlingen kiezen aan welke taak ze werken.