H10.4 Stralingsgevaar

10.4 Straling en risico's
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

10.4 Straling en risico's

Slide 1 - Tekstslide

maar wat weten jullie nog van de vorige keer?

Mogen direct de mobiel op tafel leggen en de volgende slide krijgen jullie de code
Koper (Cu) is element 29 in de periodiek systeem.
Welke notatie is correct als koper 37 neutronen heeft?
A
B
C
D

Slide 2 - Quizvraag

herhaling

Slide 3 - Tekstslide

*ik liet koper 63,64,65 en 67 zien, maar koper 66 bestaat toch

niet alle isotopen staan in je binas
Ioniserende straling
Niet-ioniserende straling
Magnetische
Ultraviolet
Röntgen
Alfa
Infrarood
Gamma
Microgolven

Slide 4 - Sleepvraag

*Welke straling wel en niet ioniserent zijn (Rotgen en hogere straling)

*herhalen wat ioniserende straling doet (elektron los maken van de atoom)

*vraag: hoe heet okeweer een atoom met een elektron te veel of te weinig?
15bStraling deceteren en meten

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevaar van straling, waar denk jij aan?

Slide 6 - Open vraag

1 minuut tijd geven aan lln om zelf er naar te kijken
Schade van straling

Slide 7 - Tekstslide

straling kan de atoom isoniseren. Moluculen zijn opgebouwd uit atomen en kunnen hun verbinden hierdoor kwijt raken. Zo kunnen fouten ontstaan in het dna bijvoorbeeld. Meestal worden zulke fouten hersteld in het lichaam. Maar niet altijd en als je meer bloot gesteld word aan straling loopt de kans op dat je fouten krijgt in bijvoorbeeld dna, dat niet meer hersteld wordt. -> kanker.

Bij een enorm hoeveelheid, kan je dood gaan.
*vraag: welke dingen kunnen jullie bedenken dat bepalend is voor een gevaarlijke dosis?

-------------------------------------
Dit uit zich in misselijkheid, diarree en een toenemend tekort aan bloedlichaampjes. De kans op bloedingen en infectieziekten is hierdoor groter.

De straling van radioactief materiaal kan het DNA in het menselijk lichaam beschadigen. Meestal repareren eiwitten deze beschadigingen, maar soms gebeurt dat niet of niet goed. Als de reparatie van beschadigd DNA niet goed lukt, kan dat jaren later kanker veroorzaken. Hoe meer iemand bloot staat aan straling, hoe groter de kans op kanker is.

Bij zeer zware gevallen treden zwaardere symptomen op, zoals misselijkheid, overgeven en uiteindelijk de dood binnen een paar weken.
Dosimeter
dosimeter (GM-teller)

Slide 8 - Tekstslide

De dosis van een persoon geeft weer hoe groot zijn blootstelling is. Dosis wordt uitgedrukt in millisievert (afgekort: mSv millisievert ). Hoe hoger de dosis van een persoon is, hoe groter is de kans op het krijgen van kanker. Ook een kleine dosis brengt een klein risico op kanker met zich mee.

D= de hoeveelheid stralingsenergie die door een kilogram levend weefsel wordt geabsorbeert.

H= schadelijkheid van een straling * D

Stralingsdosis 

[J/kg] 

of 
gray   [Gy]  





D=mEstr

Slide 9 - Tekstslide

De dosis van een persoon geeft weer hoe groot zijn blootstelling is. Dosis wordt uitgedrukt in millisievert (afgekort: mSv millisievert ). Hoe hoger de dosis van een persoon is, hoe groter is de kans op het krijgen van kanker. Ook een kleine dosis brengt een klein risico op kanker met zich mee.

D= de hoeveelheid stralingsenergie die door een kilogram levend weefsel wordt geabsorbeert.

H= schadelijkheid van een straling * D

stralingsfactor of kwaliteitsfactor
[J/kg]     




[Sv] Sievert
D=mEstr
H=wbD

Slide 10 - Tekstslide

De dosis van een persoon geeft weer hoe groot zijn blootstelling is. Dosis wordt uitgedrukt in millisievert (afgekort: mSv millisievert ). Hoe hoger de dosis van een persoon is, hoe groter is de kans op het krijgen van kanker. Ook een kleine dosis brengt een klein risico op kanker met zich mee.

D= de hoeveelheid stralingsenergie die door een kilogram levend weefsel wordt geabsorbeert.

H= schadelijkheid van een straling * D

Dosisequivalent (H)




[Sv] Sievert
H=wbD

Slide 11 - Tekstslide

De dosis van een persoon geeft weer hoe groot zijn blootstelling is. Dosis wordt uitgedrukt in millisievert (afgekort: mSv millisievert ). Hoe hoger de dosis van een persoon is, hoe groter is de kans op het krijgen van kanker. Ook een kleine dosis brengt een klein risico op kanker met zich mee.

D= de hoeveelheid stralingsenergie die door een kilogram levend weefsel wordt geabsorbeert.

H= schadelijkheid van een straling * D

effectieve totale lichaamsdosis 
dosislimieten
dosisequivalent 
type weefsel
dosis limieten 

Slide 12 - Tekstslide

De dosis van een persoon geeft weer hoe groot zijn blootstelling is. Dosis wordt uitgedrukt in millisievert (afgekort: mSv millisievert ). Hoe hoger de dosis van een persoon is, hoe groter is de kans op het krijgen van kanker. Ook een kleine dosis brengt een klein risico op kanker met zich mee.

D= de hoeveelheid stralingsenergie die door een kilogram levend weefsel wordt geabsorbeert.

H= schadelijkheid van een straling * D

Persoon A is bestraald met ioniserende straling, kan B ook bestraald worden als B naast A zit?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag

Bij A heeft de straling schade verricht, maar hij geeft momenteel geen straling af. Dus B kan niet door A bestraald wordt.
Jaarlijkse stralingsdosis

Slide 14 - Tekstslide

Het tabel doornemen
Jaarlijkse stralingsdosis
Nederlanders ontvangen
2,5 mSv per jaar

Rokers een extra
0,25 - 80 mSv per jaar

Arbo wet maximaal
20 mSv/jaar

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De ontdekkers

Slide 16 - Tekstslide

De ontdekker van radioactiviteit, Pierre en Marie curie

Marie carried bottles of polonium and radium in her coat pocket. In some of her notes, she has written that she and Pierre loved visiting their workroom at night and observing the luminescent glow of the bottles containing their radioactive materials.

Even now, most of Marie’s papers and books are considered to be highly radioactive and are stored in lead-lined boxes.
Sommige spullen van de fam. Curie liggen in loden kisten. Welke straling wordt tegengehouden door lood?
A
Voornamelijk alfa
B
Voornamelijk béta
C
Voornamelijk gamma
D
Alle drie

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Straling van gebeurtenissen
Hiroshima/Nagasaki
0,87 mSv/jaar (extra achtergrond stra.)
Tsjernobyl
0,2 (flat)- 336 (grijparm)     Sv/h
Fukushima
20 mSv/jaar (op 20km afstand)
μ

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kan je qua stralingsdosis veilig wonen in de flats in Tsjernobyl?

A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag

straling in de flat = 0.2*365*24/1000 =1,7 mSv/jaar

Dus ja dat kan, want in nederland is de achtergrond 2,5 mSv/jaar

Grijparm is bijna 3000 mSv/jaar

Slide 20 - Video

*klein stukje te kijken hoe de plek er nu eruit ziet.
Bijna het einde
"Radioactiviteit van een materiaal houdt in dat het spontaan ioniserende straling uitzendt. "

Slide 21 - Tekstslide

*terugkomen hoe radioactiviteit in verhalen gebruikt wordt

*De spin van spider man, kan hem niet die kracht geven

*Mobieltjes weer weg en aan de weektaak