Bezittelijk voornaamwoord

Bezittelijke voornaamwoorden
1 / 10
volgende
Slide 1: Woordweb
TaalBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Bezittelijke voornaamwoorden

Slide 1 - Woordweb

Ik ga met de auto. Het is ..... auto.
A
haar
B
jouw
C
mijn
D
jullie

Slide 2 - Quizvraag

Jij hebt een boek. Het is ..... boek.
A
mijn
B
ons
C
jouw
D
hun

Slide 3 - Quizvraag

Mijn kamer is een bende, terwijl zijn kamer schoon is.

Slide 4 - Open vraag

Jullie hebben een hond. Het is ..... hond.
A
jullie
B
onze
C
hun
D
mijn

Slide 5 - Quizvraag

Jouw schrift lag in hun kamer en ons boek ook.

Slide 6 - Open vraag

U heeft een bank. Het is .... bank.
A
jullie
B
mijn
C
onze
D
uw

Slide 7 - Quizvraag

Jij draagt oorbellen. Het zijn .... oorbellen.
A
onze
B
hun
C
jullie
D
jouw

Slide 8 - Quizvraag

Ik ga nu eindelijk mijn kamer poetsen met uw schoonmaakspullen.

Slide 9 - Open vraag

Wij hebben een tas. Het is ... tas.
A
onze
B
hun
C
ons
D
jouw

Slide 10 - Quizvraag