2.2 De spreiding van wereldsteden vwo 2 deel 1

Hoofdstuk 2 Steden
2.2 De spreiding van (wereld)steden
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2 Steden
2.2 De spreiding van (wereld)steden

Slide 1 - Tekstslide

Wat valt jullie op aan de ligging van de (grote) steden?



Schrijf op in je schrift!

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
-Jullie kunnen het verschil qua ligging van steden tussen rijke en arme landen uitleggen;

-Jullie kunnen uitleggen welke factoren de ligging van steden beïnvloeden.

Slide 3 - Tekstslide

Ligging van steden in RIJKE vs. ARME Landen
Rijke landen
-Meestal meerdere grote steden verspreid over het land

Deze steden zijn op veel manieren verbonden en vormen een
stedelijk netwerk.

Slide 4 - Tekstslide

Stedelijk netwerk
=groep van steden in een land die onderling 
op tal van terreinen verbonden zijn

Slide 5 - Tekstslide

Ligging van steden in RIJKE vs. ARME Landen
Arme landen
-Vaak 1 megastad die veel groter en veel belangrijker is dan de tweede stad van het land

Dit noemen we een primate city

Slide 6 - Tekstslide

Primate city
=stad die, gelet op het aantal inwoners en functie, veel groter en belangrijker is dan de tweede stad

-Vaak aan de kust, niet centraal in land

-Daarom wordt de hoofdstad soms naar
het binnenland verplaatst (Rio de Janeiro --> Brasilia)


Slide 7 - Tekstslide



Hoe kunnen we de spreiding van steden verklaren?

Slide 8 - Tekstslide

3 factoren verklaren de spreiding van steden
1. Kenmerken van het gebied waarin een stad ligt (absolute ligging)

2. Kenmerken van de ligging van een plaats t.o.v. andere plaatsen (relatieve ligging)

3. Koloniale verleden

Slide 9 - Tekstslide

1. Kenmerken van het gebied waarin een stad ligt
Absolute ligging:

"Steden liggen vaak in vlakke, vruchtbare 
gebieden; op kruispunten van 
handelswegen, langs rivieren, aan de kust 
of bij de vindplaats van grondstoffen."


Slide 10 - Tekstslide

2. Kenmerken van de ligging van een plaats t.o.v. andere plaatsen
Relatieve ligging:
Verbindingen met andere steden, opbloeien achterland, centrale ligging etc. bepalen hoe goed de relatieve ligging is

Relatieve ligging van een plaats 
kan veranderen

Slide 11 - Tekstslide

3. Koloniale verleden
Steden in landen met koloniaal verleden vaak aan de kust:
-Voor handel en scheepvaart, meestal naar het moederland

Later trokken ook veel mensen van platteland 
naar deze gunstig gelegen steden: zo groeiden 
sommigen zelfs uit tot megasteden



Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 
Geef een omschrijving van en beoordeel:
-De absolute ligging van Emmen
-De relatieve ligging van Emmen

(10 minuten)

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht
Absolute ligging van Emmen: Emmen ligt in een relatief vlak en vruchtbaar gebied. Het ligt op de Hondsrug en dus hoger dan delen van haar omgeving.
De absolute ligging van Emmen is dus prima.

Relatieve ligging van Emmen: Emmen ligt in een uithoek van Drenthe, aan de rand van NL waardoor de ligging ten opzichte van andere steden niet optimaal is. Wel is het, door middel van een aantal wegen, redelijk goed verbonden met andere gebieden in NL. Relatieve ligging is dus matig

Slide 14 - Tekstslide

De koloniale stad
-Bestaat uit westers stadsdeel met brede, rechte straten en een niet-westers stadsdeel met nauwe, smalle, kronkelige straten

-Westerse deel opgebouwd door Europeanen en bedoeld voor de kolonisten

Koloniale dubbelstad


Slide 15 - Tekstslide

Koloniale dubbelstad
=stad met een stadsopbouw uit de koloniale tijd die bestaat uit een westers en een niet-westers stadsdeel

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht
Waarom is Brussel uitgegroeid tot een grote stad?
-Ga bij je antwoord in op de absolute en relatieve ligging van de stad


(10 minuten)

Slide 17 - Tekstslide

Brussel
-Absolute ligging: Brussel ligt in een vlak, vruchtbaar gebied, ligt op een kruispunt van handelswegen

-Relatieve ligging: Brussel ligt gunstig, midden in het land waardoor het goed bereikbaar is vanuit andere plaatsen in België. Ook zijn er veel goede verbindingen d.m.v. wegen en spoorwegen tussen Brussel en andere plaatsen en gebieden.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Kaart

Lesdoelen
-Jullie kunnen het verschil qua ligging van steden tussen rijke en arme landen uitleggen;

-Jullie kunnen uitleggen welke factoren de ligging van steden beïnvloeden.

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk
-Leren van de drie factoren die de spreiding van steden verklaren
-Maken: opdrachten 1 en 5 van paragraaf 2.2

Slide 21 - Tekstslide