TL 3 oefentoets Politiek

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

OEFENTOETS POLITIEK 

* GEBRUIK DE BEGRIPPENLIJST IN TEAMS/BESTANDEN            

* OVER DEZE BEGRIPPEN GAAT OOK DE SE-TOETS!                      

             * SCHRIJF ALLE ANTWOORDEN OP JE TOETS BLAD!                   

NU VOLGT THEMA POLITIEK 

LEES DE VRAGEN GOED! 

12. Wie zitten er in het kabinet?

1. minsters en staatssecretarissen
2. ministers en de koning
3. De Eerste Kamer en de ministers
4. De Tweede kamer en het parlement

Directe democratie

Indirecte democratie

IJe stemt in onze klaslokaal  

Je gaat naar een sportveld om over een nieuwe tribune  te stemmen 

Er is een volksvertegenwoordiging 

Referendum

Stemmen op een partij

Nederland is een..

14.Wat is te zien op het filmpje?

1. Compromissen
2. Actief kiesrecht
3. Passief kiesrecht
4. Volksvertegenwoordiging

15. Wat betekent het woord?

compromis

1. uitleggen
2. bijna
3. massaal
4. oplossing waarbij iedereen een beetje toegeeft

16. Passief kiesrecht betekent dat je

1. je mag gaan stemmen
2. kandidaat mag zijn en op jou gestemd wordt
3. je niet gaat stemmen en thuis blijft
4. je alleen onder begeleiding mag stemmen

17. Welk kenmerk hoort NIET bij linkse partijen?

1. Gelijkwaardigheid
2. De overheid zorgt voor gelijke kansen
3. Opkomen voor zwakkeren
4. Overheid is niet actief je moet zelfstandig zijn

18.Welk kenmerk hoort NIET bij rechtse partijen?

1. Eigen verantwoordelijkheid
2. Passieve overheid, je moet zelfstandig zijn
3. Alle mensen moeten gelijke kansen hebben
4. De overheid zorgt voor orde en veiligheid

19. Liberalisme draait vooral om.....

1. naastenliefde en religie
2. vrijheid
3. milieu
4. gelijkwaardigheid

20. Christen- democratie Draait vooral om....

1. naastenliefde en samenwerking
2. vrijheid
3. milieu
4. gelijkwaardigheid

21. Sociaal-democratie draait vooral om.....

1. naastenliefde en religie
2. vrijheid
3. milieu
4. solidariteit en gelijkwaardigheid

22. Het woord oppositie van oppositiepartijen betekent...

1. Voorstanders van het beleid vd regering
2. Partijen in de regering
3. Alle partijen die niet in de regering zitten
4. Partijen in de Eerste Kamer

23. Welke drie machten worden er gescheiden bij de trias politica?

1. Wetgevende, wetmakende en rechtsprekende macht
2. Wetgevende, plichtgevende en uitvoerende macht
3. Wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht.
4. wetgevende, ambtelijke en koninklijke macht

24. Politici die in hun programma zeggen dat zij "de wil van het volk" als uitgangspunt hebben noem je

1. Populisten
2. Sociaal - democraten
3. Christen- democraten
4. Liberalen

25. Wie zitten in de Regering

1. ministers en koning
2. de Tweede Kamer
3. de Eerste en Tweede kamer
4. De mensen die de koning controleren

EINDE MEERKEUZE 

JE GAAT NU BEGRIPPEN TOEPASSEN IN OPEN VRAGEN  

De SE-TOETS POLITIEK EN PLURIFORM IN DE TOETSWEEK HEEFT VEEL MEERKEUZE MAAR OOK ENKELE OPEN VRAGEN 

NA DE TOETS DE WERKKAART 

1. Hoe is de groep ontstaan: wanneer, hoe groot, waar en waarom? (de historische achtergrond)

2. Welke normen en waarden heeft de cultuur (wat willen ze, hoe denken ze, hoe gedragen ze zich )

3. Aan welke kenmerken is de cultuur te herkennen? (ook foto’s!)

Jullie verslag Pluriform 

De tekst ziet er verzorgd uit en 2 pagina's uitwerking per persoon 

* Voorblad (namen, klas, onderwerp)                                                                                     

*Inhoudsopgave met bladzijde nummering                                                                    * *Inleiding met uitleg waarom deze groep gekozen?                                                      

* Uitwerking (minimaal 2 pagina's per persoon )                                                           *  *conclusie en eigen mening