Uitwerkingen oefenopgaven H6

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Uitwerkingen oefenopgaven H6

1a) investeren

1b) kapitaalgoederen

2)

Arbeid: (e) monteur, (f) schoonmaker

Kapitaal: (a) computer, c) fabriekshal

Natuur: (g) tarwe, (h) zonlicht

Ondernemerschap: (b) een bedrijf starten, (d) leiding geven

Uitwerkingen oefenopgaven H6

3)

Het bezorgen van pizza’s is een vorm van productie. 

- Wanneer je thuis gras maait, ben je ook aan het produceren. 

4)

Arbeid (van zichzelf en van de assistente)

Kapitaal (instrumenten)

Ondernemerschap (als het zijn eigen praktijk is)

Uitwerkingen oefenopgaven H6

5)

Huur: kapitaal

Loon: arbeid

Pacht: natuur

Rente: kapitaal

Winst: ondernemerschap.

Uitwerkingen oefenopgaven H6

6)

Bedrijven willen een hogere arbeidsproductiviteit dus gaan meer mechaniseren (machines) en automstisereen (meer robots)

7)

a kapitaalintensief
, b arbeidsintensief, c kapitaalintensief 

 d arbeidsintensief

Uitwerkingen oefenopgaven H6

8)

totale waardevermindering = € 6.000 ‒ € 1.500 = € 4.500

Afschrijving per jaar = € 4.500 ÷ 5 = € 900

9) 

Ja, want op de website van de internetwinkel kun je een broek uitzoeken. Ze bezorgen de broek bij je thuis.

Uitwerkingen oefenopgaven H6

10)

Bedrijfskolom:

sinaasappelkweker, exportbedrijf, importeur, sapfabriek, distrubutiecentrum, buurtsuper

11)

producenten

consumenten

Uitwerkingen oefenopgaven H6

12)

Vraag want autobedrijven vraag naar tweedehands auto's

13)

De prijs blijft gelijk of zal dalen als de concurrenten goedkoper zijn.

14)

A

Uitwerkingen oefenopgaven H6

15)

a) vraag - aanbod

b) aabod -vraag

16)

Erwin biedt meer service aan zijn klanten

17)

Omdat je meer service of een hogere kwaliteit aanbiedt.

Uitwerkingen oefenopgaven H6

18)

Het bedrijf toont dat het succesvol is en dat trekt nieuwe klanten aan

19)

12 ÷ 100 × 327 miljoen = 39,24 miljoen (39.240.000) telefoons.

20)

D

Uitwerkingen oefenopgaven H6

21) B

22) Omzet

23) De bedrijfskosten zijn veel hoger dan de extra behaalde omzet

24) Bijvoorbeeld: loonkosten, reclamekosten, huur, energiekosten, onderhoudskosten

Uitwerkingen oefenopgaven H6

25)

Meer verkopen of lagere kosten

26)

Brutowinst = € 11.500 ‒ € 3.500 = € 8.000

Nettoresultaat = € 8.000 ‒ 8.200 = ‒ € 200, 

dus nettoverlies € 200

Uitwerkingen oefenopgaven H6

27) overslaan.

28) B

29) Laag BTW tarief is nu 9%, voedsel heeft een laag tarief omdat deze producten niet te duur mogen worden.

Uitwerkingen oefenopgaven H6

30a)

Brutowinstopslag = 45 ÷ 100 × € 799 = € 359,55

Verkoopprijs = € 799 + € 359,55 = € 1.158,55

30b)

Brutowinstopslag = 45 ÷ 100 × € 1.250 = € 562,50

Verkoopprijs = € 1.250 + € 562,50 = € 1.812,50

Btw = 21 ÷ 100 × € 1.812,50 = € 380,63

Consumentenprijs = € 1.812,50 + € 380,63 = € 2.193,13

Uitwerkingen oefenopgaven H6

31)

Stijging btw 15% ‒ 6% = 9%

9 ÷ 100 × € 8,50 = € 0,77 stijging

32)

De klanten moeten een hogere prijs betalen en zullen dus minder artikelen kopen. De ondernemer heeft dan lagere inkomsten.

Uitwerkingen oefenopgaven H6

33) de productiecapaciteit

34) 

a overbezetting (van de productiecapaciteit)

b onderbezetting

c overbezetting

d onderbezetting

Uitwerkingen oefenopgaven H6

35)

arbeidsproductiviteit per week =

productie per week : aantal werknemers

7.200 kilo : 12 = 600 kilo snoep per medewerker

37)

Werknemers die het fijn vinden op het werk, werken ook sneller.

Uitwerkingen oefenopgaven H6

38)

Iedereen heeft zijn eigen taak: vakkenvullers, cassieres

39)

Prestatieloon

Uitwerkingen oefenopgaven H6

40)Maatschappelijke kosten: 

De nieuwe snelweg levert geluidshinder en luchtvervuiling op. Hier heeft de samenleving nadeel van.

Maatschappelijke opbrengsten:

Over de nieuwe snelweg kunnen er meer goederen sneller vervoerd worden. Dat levert ons land meer inkomen op en dus meer welvaart.

Uitwerkingen oefenopgaven H6

41)

In Nederland, want wij hebben geen statiegeld op blikjes. Daardoor is er bij ons meer zwerfafval. Aan het opruimend door de gemeente betalen wij allemaal mee.

.

Uitwerkingen oefenopgaven H6

42)

Ja, want bij de productie wordt rekening gehouden met mens (redelijke arbeidsomstandigheden) en milieu (milieubewuste manier van produceren)