Week 5 - Intro + opstart - 2

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag!
  1. Voorstellen
  2. Leerdoelen deze les
  3. Korte uitleg
  4. Zelfstandig werken
  5. Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Ik kan herkennen of er sprake is van zakgeld.
  2. Ik kan bedragen (zoals zakgeld) omrekenen tussen periodes (week, maand, kwartaal, jaar).
  3. Ik kan uitleggen wat chartaal en giraal geld.
  4. Ik kan uitleggen welke invloed een prijsstijging (inflatie) heeft op de waarde van zakgeld. 

Slide 3 - Tekstslide

Hoofdstuk 1. Begroten voor iedereen
  • Begroten = afstemmen van inkomsten en uitgaven in een bepaalde periode.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

NIBUD
  • Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting
  • Het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting Nibud is een onafhankelijke stichting die informeert en adviseert over de geldzaken van huishoudens.
  • Het Nibud doet onderzoek naar de financiële situatie en het financiële gedrag van huishoudens.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Soorten geld
  • Zakgeld
  • het geld dat je zonder tegenprestatie per week of per maand krijgt van je ouders of verzorgers en dat je vrij mag besteden.
  • Giraal geld
  • Geld op een bankrekening
  • Chartaal geld
  • Contant geld

Slide 8 - Tekstslide

Zwart werk
  • Betaald werk waarvan de inkomsten niet worden opgegeven bij de belastingdienst.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Stel...
Als de inflatie 12 procent is en je zakgeld is €10,- per week.
  • Met hoeveel procent (%) moet je zakgeld toenemen om evenveel te kunnen kopen als eerst?
  • 12 %
  • Hoeveel euro zakgeld moet je erbij krijgen om evenveel te kunnen kopen als eerst?
  • €10 / 100 x 12 = €1,20
  • Hoeveel euro zakgeld moet je nu totaal krijgen om evenveel te kunnen kopen als eerst?
  • €10 + €1,20 = €11,20

Slide 12 - Tekstslide

Omrekenen van week naar maand
1 jaar = ? maanden = ? weken = ? kwartalen

Vraag: Je krijgt € 6,00 zakgeld per week, hoeveel krijg je per maand?

  1. Omrekenen naar jaarbedrag
  2. Omrekenen naar maandbedrag
  3. Óf in één keer: Bedrag per week x 52 / 12 = bedrag per maand
  4. 6 x 52 / 12 = €26,-

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide