Minder plastic : schrijf een brief

Wat is een brief?
1 / 25
volgende
Slide 1: Open vraag
TaalBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat is een brief?

Slide 1 - Open vraag

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn kenmerken van een brief?

Slide 4 - Open vraag

Hoe schrijf je een brief?
waar begin je mee, hoe sluit je af,
waar moet je op letten?

Slide 5 - Woordweb

Hoofdletters en punten?
- Begin iedere zin met een hoofdletter?

- Eindig iedere zin met een: punt, uitroepteken of vraagteken.

- Namen schrijf je ook met een hoofdletter

Slide 6 - Tekstslide


Hoe kun jij deze brief het beste beginnen?
A
Beste Teun,
B
Hallo,
C
Hoi Teun,
D
Lieve Teun,

Slide 7 - Quizvraag

Wat moet er op de puntjes komen te staan?
A
Ik heb
B
Heb je
C
Heeft u
D
Had u

Slide 8 - Quizvraag

Welke zin gebruik je in een brief naar iemand die je NIET goed kent?
A
Weet jij hoeveel het kost om een kinderfeestje bij jullie te vieren?
B
Weet u hoeveel het kost om een kinderfeestje bij jullie te vieren?
C
Zeg gewoon even hoeveel het kost om een feest te vieren

Slide 9 - Quizvraag

Lesdoel
Je gaat een brief schrijven aan een bedrijf of organisatie, want jij vindt dat er wat gedaan moet worden aan de plastic soep.

Slide 10 - Tekstslide

Hoe ziet je brief eruit? 
  1. Schrijf in de inleiding over welk probleem de brief gaat.
  2. Schrijf in de kern wat jij de beste oplossing vindt voor het probleem.
  3. Geef in de kern een argument dat je mening ondersteunt.
  4. Trek in het slot een conclusie.
  5. Zorg voor de juiste spelling.

Slide 11 - Tekstslide

Over welk probleem gaat de brief?
In de inleiding schrijf je over welk probleem je brief gaat. Het moet een probleem zijn waar meer mensen last van hebben.

Bijvoorbeeld:
Rondom de snackbar Chefke is zeer veel zwerfafval. Plastic flesjes, blikjes maar ook veel plastic patatbakjes.

Slide 12 - Tekstslide

Wat is jouw oplossing voor het probleem?
In de kern geef je jouw mening. Schrijf op wat jij de beste oplossing voor het probleem vindt.

Bijvoorbeeld:
Ik vind dat er alleen nog maar papieren bakjes voor snacks   mogen worden gebruikt.

Slide 13 - Tekstslide

Welk argument gebruik je?
In de kern noem je feiten die je mening gaan ondersteunen. Zulke feiten noem je argumenten.

Bijvoorbeeld:
Na een schoonmaakactie in de wijk blijkt dat er in de omgeving van de snackbar veel plastic bakjes worden gevonden.

Slide 14 - Tekstslide


Wie geeft een goed argument.
A
Jolie
B
Burkan
C
Allebei

Slide 15 - Quizvraag


A
B
C

Slide 16 - Quizvraag


Wie geeft een goed argument.
A
Jolie
B
Burkan
C
Allebei

Slide 17 - Quizvraag

Wat schrijf je in het slot?
In het slot trek je een conclusie. Dat is een korte samenvatting en herhaling van je mening.

Bijvoorbeeld:
Het zwerfafval kan terecht komen in onze rivieren, zeeën en dus de plastic soep. De beste oplossing is dat er geen plastic bakjes meer gebruikt worden.

Slide 18 - Tekstslide

Je gaat nu een brief voorbereiden.



Je schrijft een brief aan bedrijf of organisatie. Je wilt diegene ervan overtuigen dat er minder plastic gebruikt moet worden.

Slide 19 - Tekstslide

Hoe begin je de brief?
Schrijf eens op hoe je aanhef zou zijn?

Slide 20 - Open vraag

Aan wie schrijf je de brief?
Zeg je u of jij tegen deze persoon?

Slide 21 - Open vraag

Welke argumenten (en feiten) ga je in je brief zetten?

Slide 22 - Open vraag

Welke oplossing(en) draag je aan? Schrijf het kort op.

Slide 23 - Open vraag

Hoe sluit je de brief af?

Slide 24 - Open vraag

Opdracht deze week:
Je gaat een brief schrijven.


  • Schrijf eerst je brief in je schrift.
  • Lees je brief na en verbeter fouten.
  • Pas eventueel zinnen en tekst aan.
  • Laat je brief lezen door een ander.
  • Gebruik de tips en verbeter je brief
  • Schrijf je brief zo netjes mogelijk.

Slide 25 - Tekstslide