Hoe maak je een goede hoofdvraag en structuur voor een beschouwing?

Hoe maak je een goede hoofdvraag en structuur voor een beschouwing?
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoe maak je een goede hoofdvraag en structuur voor een beschouwing?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van deze les weet je wat een goede hoofdvraag is bij een beschouwing en welke tekststructuur daarbij hoort. Je kunt ook de afweging in het slot herkennen.

Slide 2 - Tekstslide

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les moeten weten en kunnen.
Wat weet je al over het maken van een goede hoofdvraag en tekststructuur voor een beschouwing?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een beschouwing?
Een beschouwing is een tekst waarin je een onderwerp van verschillende kanten bekijkt.

Slide 4 - Tekstslide

Vraag de leerlingen of ze weten wat een beschouwing is en laat ze voorbeelden geven.
Doel van de hoofdvraag
De hoofdvraag geeft aan wat je precies gaat onderzoeken in je beschouwing.

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit waarom de hoofdvraag belangrijk is en hoe het de structuur van de beschouwing bepaalt.
Kenmerken van een goede hoofdvraag
Een goede hoofdvraag is specifiek, meetbaar, haalbaar, relevant en tijdgebonden.

Slide 6 - Tekstslide

Noem de kenmerken van een goede hoofdvraag en leg ze uit.
Voorbeeld van een goede hoofdvraag
Hoe kan de overheid bijdragen aan het verminderen van de plastic afvalberg in Nederland in de komende vijf jaar?

Slide 7 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een goede hoofdvraag en vraag de leerlingen wat er goed aan is.
Welke tekststructuur past bij een beschouwing?
De tekststructuur van een beschouwing is meestal probleem-gevolg-oplossing of argumenten voor-argumenten tegen-conclusie.

Slide 8 - Tekstslide

Vertel de leerlingen welke tekststructuren passen bij een beschouwing.
Probleem-gevolg-oplossing
Je begint met het probleem, bespreekt de gevolgen van het probleem en eindigt met mogelijke oplossingen.

Slide 9 - Tekstslide

Leg uit wat de tekststructuur probleem-gevolg-oplossing inhoudt.
Voorbeeld van probleem-gevolg-oplossing
Probleem: Plastic afvalberg in Nederland. Gevolgen: Meer plastic in zee, dieren eten plastic op. Oplossingen: Statiegeld op plastic flessen, minder plastic verpakkingen.

Slide 10 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van probleem-gevolg-oplossing en vraag de leerlingen wat er goed aan is.
Argumenten voor-argumenten tegen-conclusie
Je bespreekt eerst de argumenten voor een bepaald standpunt, daarna de argumenten tegen en eindigt met een conclusie.

Slide 11 - Tekstslide

Leg uit wat de tekststructuur argumenten voor-argumenten tegen-conclusie inhoudt.
Voorbeeld van argumenten voor-argumenten tegen-conclusie
Voor: Statiegeld op plastic flessen zorgt voor minder zwerfafval. Tegen: Statiegeld is duur en tijdrovend. Conclusie: Statiegeld is de beste oplossing.

Slide 12 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van argumenten voor-argumenten tegen-conclusie en vraag de leerlingen wat er goed aan is.
Afweging in het slot
In het slot van je beschouwing weeg je de verschillende argumenten tegen elkaar af en trek je een conclusie.

Slide 13 - Tekstslide

Leg uit wat de afweging in het slot inhoudt.
Voorbeeld van afweging in het slot
Na alle argumenten te hebben besproken, weeg je ze tegen elkaar af en trek je een conclusie. Bijvoorbeeld: Statiegeld op plastic flessen is de beste oplossing omdat het zorgt voor minder zwerfafval en dierenleed.

Slide 14 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een afweging in het slot en vraag de leerlingen wat er goed aan is.
Opdracht: schrijf een hoofdvraag en tekststructuur
Schrijf een hoofdvraag en kies een tekststructuur voor een beschouwing over het onderwerp 'klimaatverandering'.

Slide 15 - Tekstslide

Laat de leerlingen in tweetallen of individueel werken en geef ze ongeveer 10 minuten de tijd om een hoofdvraag en tekststructuur te bedenken.
Opdracht: Maak een afweging in het slot
Schrijf een conclusie voor je beschouwing over klimaatverandering en weeg daarin de verschillende argumenten tegen elkaar af.

Slide 16 - Tekstslide

Laat de leerlingen hun conclusie delen met de groep en bespreek de verschillende afwegingen.
Tips voor het schrijven van een beschouwing
Gebruik feiten en argumenten om je standpunt te onderbouwen. Zorg voor een goede opbouw en structuur. Gebruik signaalwoorden om de tekst duidelijk te maken.

Slide 17 - Tekstslide

Geef de leerlingen tips voor het schrijven van een goede beschouwing.
Opdracht: Schrijf een beschouwing
Schrijf een beschouwing over een onderwerp naar keuze en gebruik daarbij een goede hoofdvraag, tekststructuur en afweging in het slot.

Slide 18 - Tekstslide

Laat de leerlingen individueel werken en geef ze genoeg tijd om een beschouwing te schrijven. Bespreek daarna de beschouwingen in de groep.
Evaluatie
Wat heb je geleerd over het maken van een goede hoofdvraag en tekststructuur voor een beschouwing? Wat vond je moeilijk/makkelijk aan deze les?

Slide 19 - Tekstslide

Evalueer de les met de leerlingen en bespreek eventuele feedback.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 20 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 21 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 22 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.