Naamvallen havo 3
1 / 21
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Ik denk dat ik al veel heb geoefend voor de naamvallen.
Ja
Nee
Een beetje
Slide 2 - Poll
Ik begrijp de stappen om een naamval te kunnen bepalen.
Ja
Nee
Slide 3 - Poll
Slide 4 - Tekstslide
Wat zijn dit voor woorden? Mit nach bei seit von zu aus en wat kun je daarmee?
Slide 5 - Open vraag
Keuzevoorzetsels: de 3e naamval = locatie of tijdsbepaling. De 4e naamval is beweging
Waar
Niet waar
Slide 6 - Poll
Leg de 7/2-regel uit
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Tekstslide
D____ Frau versucht (mij) _____ zu ärgern.
Slide 9 - Open vraag
An d____ Abend (m) habe (ik) _____ mich in Jonathan verliebt.
Slide 10 - Open vraag
Sie will in dies___ Haus (o) mit ein___ Hund (m) leben.
Slide 11 - Open vraag
(Hij) ____ schickt sein___ Mutter dies___ Blumen.
Slide 12 - Open vraag
Durch welch____ Tür (v) kommt man in jen____ Zimmer (o)?
Slide 13 - Open vraag
Hast (jij) _____ es den Eltern (van je)_____ Freund___ erzählt?
Slide 14 - Open vraag
Hat jed___Hund (m) solch___ kräftigen Zähne (mv)?
Slide 15 - Open vraag
Ihr müßt doch (jullie)_____ Großeltern mal ein____ Brief (m) schreiben.
Slide 16 - Open vraag
(Wij) ___ trinken nicht gern solch___ heißen Tee (m).
Slide 17 - Open vraag
Erzählte er jed_____ Kind (o) dies____ Märchen (mv)?
Slide 18 - Open vraag
Er ging mit sein_____ Freunden zu d___ Sportplatz (m).
Slide 19 - Open vraag
Herr Meier ist ein Freund (van mijn) ______ Vater___.
Slide 20 - Open vraag
Ik begrijp de stappen om een naamval te kunnen bepalen.
Ja
Nee
