Naamvallen zonder keuzevoorzetsels

             Naamvallen
                         Wat weet je nog ????
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

             Naamvallen
                         Wat weet je nog ????

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag:

- Naamvallen herhalen.
- Toetsbespreking

Slide 2 - Tekstslide

Ondervraag me in het Duits

Slide 3 - Tekstslide

Der-Gruppe + onderwerp

Slide 4 - Woordweb

Der-Gruppe + lijdend voorwerp

Slide 5 - Woordweb

Der-Gruppe + Meewerkend voorwerp

Slide 6 - Woordweb

Koppel het zinsdeel aan de juiste naamval.
Onderwerp
Lijdend voorwerp

Meewerkend voorwerp (aan of voor )
1e
3e
4e

Slide 7 - Sleepvraag

Lijdend voorwerp
Onderwerp
Meewerkend voorwerp
Den Mann
die Frau
das Kind
Der Mann
die Frau
das Kind
Dem Mann
der Frau
Dem Kind

Slide 8 - Sleepvraag

Welk geslacht hebben de woorden? Sleep ze naar het juiste geslacht.
Mannelijk
Vrouwelijk
Onzijdig
Meervoud
Buch
Freundin
Baby
Eltern
Kinder
Haus
Vater 
Blume
Freund
Handy
Mutter
Mann
Kleider
Zeitung

Slide 9 - Sleepvraag

Welke voorzetsels krijgen de 3e naamval (Meewerkend voorwerp)?

Slide 10 - Open vraag

Welke voorzetsels krijgen de 4e naamval (lijdend voorwerp)?

Slide 11 - Open vraag

Und jetzt:
üben, üben, üben....

Slide 12 - Tekstslide

1. Er hat ___ Mutter ein Computer gegeben.

Slide 13 - Open vraag

2. D_____ Mann (m) hat seinem Freund eine Karte geschickt.

Slide 14 - Open vraag

3. D_____ Buch (o) habe ich heute gekauft

Slide 15 - Open vraag

4. Ohne mein____ Vater gehe ich nicht dahin!

Slide 16 - Open vraag

5. Kennst du _____ Bruder (m)?

Slide 17 - Open vraag

6. Stephan hat d_____ Junge (m) und d____ Mädchen (o) gesehen.

Slide 18 - Open vraag

7. Fahren wir heute zu dein_____ Mutter (v) ?

Slide 19 - Open vraag

Gestern hat d____ Frau (v) d_____ Mann noch ein Geschenk gegeben.

Slide 20 - Open vraag

Solch___ Aufgaben (mv) finde ich schwierig

Slide 21 - Open vraag

Er will mit alle__ Freunde___ (mv) ein Party geben

Slide 22 - Open vraag

___ Nachbarn (m) hat mich gesehen

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Tekstslide