7.4. Kolonialisme en slavernij

Regenten en Vorsten




7.4 Kolonialisme en slavernij
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Regenten en Vorsten




7.4 Kolonialisme en slavernij

Slide 1 - Tekstslide

Wat is kenmerkend voor de Verlichting
A
Terugkeer naar gedachtegoed Oudheid
B
Wereld ontdekken met proefjes
C
Nadenken over functioneren samenleving

Slide 2 - Quizvraag

Tot welke stand hoorden de graven?
A
Eerste
B
Tweede
C
derde

Slide 3 - Quizvraag

Tot welke stand hoorde een bisschop?
A
Eerste
B
Tweede
C
derde

Slide 4 - Quizvraag

Naam voor het Frankrijk van voor de Franse Revolutie

Slide 5 - Open vraag

Naam voor de rijke derde stand

Slide 6 - Open vraag

Welke Revolutie is een inspiratie voor de Franse?
A
Amerikaanse
B
Bataafse

Slide 7 - Quizvraag

Welke stand stopt met de Standenvergadering?
A
Eerste
B
Tweede
C
derde

Slide 8 - Quizvraag

Welke gebeurtenis is de start voor de Franse Revolutie? (4 woorden)

Slide 9 - Open vraag

Hoe wordt de radicale periode van de Franse Revolutie genoemd?

Slide 10 - Open vraag

Welke man stond aan het hoofd van de Terreur?
A
Lodewijk XVI
B
Robespierre
C
Rousseau
D
Thorbecke

Slide 11 - Quizvraag

Wie maakt een einde aan de Franse Revolutie?

Slide 12 - Open vraag

Wat is de naam voor de Franse Revolutie in de Nederlanden?

Slide 13 - Open vraag

7.4 Kolonialisme en slavernij
  • Amerikaanse inheemse inwoners stierven massaal in slavernij -> Afrikanen naar plantages. Opkomst trans-Atlantische slavenhandel (driehoekshandel).
  • Voortbouwend op bestaande cultuur, maar volledig uitgebuit voor Europees gewin.

Slide 14 - Tekstslide

https://schooltv.nl/video-item/histoclips-slavernij

Slide 15 - Tekstslide

  • Grootste deel slaafgemaakten van WIC ging naar Suriname. 
  • Veel meer NLse slavernij met VOC. Daar nu vol op onderzoek naar. Seksslaven, maar ook arbeiders.
  • Ook veel verzet tegen slavernij, door slaafgemaakten zelf: marrons (Suriname).

Slide 16 - Tekstslide

  • Europees verzet tegen slavernij = abolitionisme. Geïnspireerd op christelijke moraal & verlichting. 
  • Nederland een van de laatste met afschaffing. Deze ging in fases:
  1. 1814: verbod op handel in slaven
  2. 1860: verbod op slavernij in Ned-Indië
  3. 1863: ook in Suriname + Cariben.

Slide 17 - Tekstslide

  •  'Uiteraard' wel compensatie voor verlies, 'contracten' slaafgemaakten in Suriname. Deze duurden max 10 jaar.
  •  Uiteindelijk 1973 als officieel einde slavernij.
  • Start contractarbeiders uit India & Java

Slide 18 - Tekstslide

Nu
  • Maken bronnenopdracht Franse Revolutie Classroom

Slide 19 - Tekstslide

Na deze les:
  • Ken je de volgende begrippen: abolitionisme, transatlantische slavenhandel, driehoekshandel, marrons.
  • Ken je de volgende personen: x
  • Kun je het volgende kenmerkende aspect toepassen: - uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme.

Slide 20 - Tekstslide