In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Presenteren
Slide 1 - Tekstslide
Wat heb je nodig om te kunnen presenteren?
Slide 2 - Woordweb
Slide 3 - Video
Wat deed Guido goed?
Slide 4 - Woordweb
Wat deed hij minder goed?
Slide 5 - Woordweb
Waarom zijn we eigenlijk zo nerveus voor het geven van een presentatie?
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Wat waren de tips?
Slide 8 - Woordweb
Hoe bereid je een presentatie voor?
Je bereid een presentatie voor in stappen. Dit zijn vier stappen.
Slide 9 - Tekstslide
Stap 1. Vooraf.
1a) Kies een onderwerp waar je al iets van weet.
1b) Bedenk wat je hierover wil vertellen.
1c) Schrijf deze informatie zo op dat jij en andere klasgenoten het begrijpen.
Slide 10 - Tekstslide
Welk onderwerp weet jij al iets van??
Slide 11 - Woordweb
Stap 2. De volgorde van presentatie.
2a) Inleiding: Vertel waarover je presentatie gaat en waarom je voor dit onderwerp hebt gekozen.
2b) Middenstuk: Je verdeelt je informatie in kleinere onderwerpen. Dit noem je deelonderwerpen. Je vertelt alle informatie.
2c) Slot: Bedenk een leuke slotzin, zodat je luisteraars weten dat de presentatie is afgelopen.
Slide 12 - Tekstslide
Waarom kies je voor dit onderwerp? Leg duidelijk uit.
Slide 13 - Open vraag
Stel, je gaat een presentatie geven aan kinderen van de basisschool. Je kiest voor het onderwerp 'de brugklas'. Welke deelonderwerpen zou jij kiezen voor je middenstuk?
Slide 14 - Open vraag
Stap 3. Spreekkaartjes
a) 1e kaartje de inleiding.
b) 5W + 1H vragen op verschillende kaartjes.
c) Laatste kaartje het slot.
Slide 15 - Tekstslide
Afbeeldingen
Zoek leuke afbeeldingen of voorwerpen die je presentatie duidelijk of aantrekkelijk maken.
Slide 16 - Tekstslide
Mijn onderwerp voor mijn presentatie is 'de brugklas'. Ik heb 4 spreekkaartjes.
Op welk spreekkaartje zet ik mijn deelonderwerpen?
A
Het eerste spreekkaartje.
B
Tweede spreekkaart
C
Tweede en derde spreekkaart.
D
Vierde spreekkaart.
Slide 17 - Quizvraag
Stap 4. Oefenen
Oefen je presentatie, bijvoorbeeld voor de spiegel of voor je ouders.
Neem de tijd op. Je moet bijvoorbeeld minimaal 10 minuten presenteren. Je wil wel zeker weten dat je ook 10 minuten aan informatie hebt.
Slide 18 - Tekstslide
Wat ga je doen?
Blz. 138 van je boek Nederlands. Opdracht 4 & 5.
Je gaat een kleine presentatie voorbereiden. Lees opdracht 4 goed door!