Toets H8 (3F) - Maten en Hoeveelheden (A)
1 / 14
Lesduur is: 35 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Reken uit (vul alleen een cijfer in)
121 cm - 260 mm = cm
121 cm - 260 mm = cm
Slide 4 - Open vraag
Reken uit (vul alleen een cijfer in)
4,3 l + 900 ml = l
4,3 l + 900 ml = l
Slide 5 - Open vraag
Reken uit (vul alleen een cijfer in)
5,2 kg + 340 g = g
5,2 kg + 340 g = g
Slide 6 - Open vraag
Reken uit (vul alleen een cijfer in)
680.000 mg − 400 g = kg
680.000 mg − 400 g = kg
Slide 7 - Open vraag
Reken uit (vul alleen een cijfer in)
23 cl + 0,26 l = ml
23 cl + 0,26 l = ml
Slide 8 - Open vraag
Reken uit (vul alleen een cijfer in)
6,5 m − 35 cm = dm
6,5 m − 35 cm = dm
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Mark wil 1,2 kg sushirijst koken.
Laat met een berekening zien hoeveel liter water hij nodig heeft.
Laat met een berekening zien hoeveel liter water hij nodig heeft.
Slide 11 - Open vraag
De dierenverzorger staat samen met het olifantje op de weegschaal. De dieren-verzorger weegt 85 kg.
Laat met een berekening zien hoeveel kilogram het olifantje weegt.
Laat met een berekening zien hoeveel kilogram het olifantje weegt.
Slide 12 - Open vraag
Damian koopt voor € 28,93 een blik verf van 1,5 l. Voor het verven van een kastdeur heeft hij gemiddeld 300 ml verf nodig. Laat met een berekening zien hoeveel de verf per kastdeur kost.
Slide 13 - Open vraag
Hanneke hangt voor alle ramen in de kamer gordijnroedes op.
Laat met een berekening zien hoeveel Hanneke in totaal moet betalen voor de
gordijnroedes.
Laat met een berekening zien hoeveel Hanneke in totaal moet betalen voor de
gordijnroedes.
