Maten en hoeveelheden les 2

Rekenen
Thema wonen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Praktische economieMBOStudiejaar 1,4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Rekenen
Thema wonen

Slide 1 - Tekstslide

Hoe zit iedereen erbij? 

Zijn er dingen die gedeeld/besproken moeten worden?

Slide 2 - Tekstslide

vorige les?

Slide 3 - Tekstslide

Omrekenen van lengte

Slide 4 - Tekstslide

Omrekenen van gewicht

Slide 5 - Tekstslide

Omrekenen van inhoud.

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een verhouding?
Een verhouding geeft een verband aan tussen twee of meer getallen. Je kunt een verhouding gebruiken om een prijs, een aantal of een hoeveelheid uit te rekenen.

Slide 7 - Tekstslide

Wat kost 1,25 kg tomaten?
Stap 2
Reken om naar de juiste hoeveelheid

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt met maten en hoeveelheden:
  • Je kan toegepast rekenen met maten en hoeveelheden

Slide 9 - Tekstslide

Tijn koopt boekenkasten om in zijn slaapkamer te zetten.
De slaapkamermuur van Tijn is 3,5 m breed.
Hij zet zo veel mogelijk boekenkasten naast elkaar tegen de muur.
Hoeveel kosten de kasten in totaal?
A
€ 437,38
B
€ 419,88
C
€ 279,92
D
€ 306,16

Slide 10 - Quizvraag

Let op!

  • Laat bij elke vraag een berekening zien én het antwoord.
  • Vul bij duizendtallen géén punt in. (niet 1.000 maar 1000)

Slide 11 - Tekstslide

De dierenverzorger staat samen met het olifantje op de weegschaal. De dieren-verzorger weegt 85 kg.
Laat met een berekening zien hoeveel kilogram het olifantje weegt.

Slide 12 - Open vraag

Sophie koopt voor € 28,93 een blik verf van 1,5 l. Voor het verven van een kastdeur heeft hij gemiddeld 300 ml verf nodig. Laat met een berekening zien hoeveel de verf per kastdeur kost.

Slide 13 - Open vraag

Vraag
Tim koopt voor € 28,93 een blik verf van 1,5 l. Voor het verven van een kastdeur heeft hij gemiddeld 300 ml verf nodig. Laat met een berekening zien hoeveel de verf per kastdeur kost.

Slide 14 - Tekstslide

Mogelijk manier
 1 blik verf bevat 1,5 l = 1.500 ml.
1.500 ml : 300 ml = 5 
Met 1 blik verf kan je 5 kastdeuren verven
€ 28,93 : 5 = € 5,786

Het geven van het juiste antwoord: € 5,79

Slide 15 - Tekstslide

Hanneke hangt voor alle ramen in de kamer gordijnroedes op.
Laat met een berekening zien hoeveel Hanneke in totaal moet betalen voor de
gordijnroedes.

Slide 16 - Open vraag

Vraag
Hanneke hangt voor alle ramen in de kamer gordijnroedes op.
Laat met een berekening zien hoeveel Hanneke in totaal moet betalen voor de gordijnroedes.

Slide 17 - Tekstslide

Antwoord
Hanneke heeft 1.250 mm + 1.250 mm + 1.000 mm = 3.500 mm gordijnroede nodig.
3.500 mm = 350 cm
350 cm : 25 cm = 14
Hanneke moet in totaal 14 × € 8 = € 112 betalen.

Het geven van het juiste antwoord: € 112.

Slide 18 - Tekstslide

Zelf aan de slag
Aan de slag in  met:
Thema: Wonen
onderdelen: Boodschappen doen en koken


Vragen? Stel ze dan kom ik je helpen!


Slide 19 - Tekstslide