ziekte of overlijden van een dierbare;
chronische ziekte of terminale ziekte en daarbij behorende achteruitgang;
opname in een zorgorganisatie;
verlies van eigen huis of van eigen bezittingen;
emigratie van dierbaren;
scheiding of einde van een relatie;
verlies van zelfstandigheid, afhankelijkheid van anderen;
verlies van werk en baan;