In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welkom
Ga vast zitten volgens de nieuwe plattegrond.
Doe je boek alvast open op bladzijde 220-221.
Slide 2 - Tekstslide
1. De planning doornemen tot aan de toetsweek.
2. Verder met Cursus 7 Spelling.
3. De opdrachten van §2 Leestekens maken.
4. Oefenen voor de toetsweek.
In deze les gaan we
Slide 3 - Tekstslide
De lesdoelen
Je kunt hoofdletters op de juiste manier gebruiken.
Je kunt punten, uitroeptekens en vraagtekens op de juiste manier gebruiken.
Je weet wat (en hoe) je moet leren voor de aankomende toetsweek.
Slide 4 - Tekstslide
6.2
Maandag 5 dec
Verder met Cursus 7: Spelling
Oefenen voor de toetsweek.
Dinsdag 6 dec
Oefentoets Lezen §1 en §2.
Maken en klassikaal bespreken.
Dinsdag
6 dec
Verder met de filmopdrachten.
Woensdag 8 dec
30 minuten rooster.
Herhaling Cursus 1: Lezen
Oefenen + vragen voor de toetsweek.
Slide 5 - Tekstslide
6.2
Slide 6 - Tekstslide
1.1 Onbekende woorden (De drie woordraadstrategieën)
1.2 Onderwerp
1.3 Hoofdgedachte
1.4 Tekstdoelen en -soorten
1.5 Inleiding, middenstuk, slot
1.6 Deelonderwerpen
1.7 Stappenplan lezen
1.8 Meer Lezen
Waaruit bestaat de cursus
Meer dan Lezen?
Slide 7 - Tekstslide
Om achter de betekenis van moeilijke woorden te komen
Er zijn strategieën om de betekenis van een woord in de tekst te raden.
1. Een synoniem zoeken: Een ander woord, met dezelfde betekenis.
2. Een omschrijving zoeken: Een uitleg van een moeilijk woord. Vaak in de zin erna.
3. Een voorbeeld zoeken: Er worden voorbeelden van het moeilijke woord genoemd. Bijvoorbeeld, zoals...
Woordraadstrategieën
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Hoofdletters
Waarom gebruiken we eigenlijk hoofdletters?
In welke situaties gebruiken we hoofdletters?
Slide 10 - Tekstslide
Hoofdletters
Aan het begin van elke zin: In het najaar kleuren bladeren de straat oranje en geel.
Bij namen van mensen, dieren of dingen. Emiel, Bijlsmastraat, Leeuwarden, Mercedes.
Bij woorden die van namen zijn afgeleid. Haarlemse boekhandel, Wilhelminastichting, Rotterdamse, Engelse.
je schrijft hoofdletters:
Slide 11 - Tekstslide
Paragraaf 1, opdracht 6 (blz. 223)
Hoofdletters
timer
3:00
Kies twee woorden uit het rijtje. Met dit woord maak je twee zinnen. Een zin waarin het woord een hoofdletter krijgt, en een zin waarin het woord geen hoofdletter krijgt.
Slide 12 - Tekstslide
Leestekens
Leestekens maken duidelijk wat je met een zin wilt bereiken.
Eindig een gewone zin met een punt.
Eindig een vragende zin met een vraagteken. Ken je het verhaal van De grijze jager?
Eindig een uitoep (verbazing, blijdschap, woede) met een uitroepteken. Wat een goed idee!
Punt, vraagteken, uitroepteken
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Wat
Cursus 7, paragraaf 2, opdracht 1 t/m 4.
Hoe
In je boek (bladzijde 224-225) en je schrift.
Hulp
Eerst buurman/buurvrouw vragen, daarna vinger omhoog als je het niet begrijpt.
Tijd
10 minuten.
Uitkomst
Je weet wanneer je welke leestekens gebruikt.
We gaan het na tien minuten bespreken.
Klaar
Oefen online verder met de Cursus Meer dan Lezen §1 en §2 (voor de toetsweek). Of maak opdracht A en B van vorige week af.
timer
10:00
Slide 15 - Tekstslide
Oefenen
H7 Spelling
§1: Hoofdletters
Bladzijde 222-223
Opdracht 1 t/m 5
Ben je klaar? Oefen dan online verder met Cursus 1: Meer dan Lezen voor het aankomende proefwerk.
waar?
wat?
timer
10:00
Slide 16 - Tekstslide
Om het onderwerp van een tekst te vinden
Zo lees je een tekst oriënterend:
Bekijk de tekst
Wat is de titel?
Wat laten de afbeeldingen zien?
Wat vertellen de tussenkopjes?
Zijn er opvallende woorden?
Worden bepaalde woorden vaak gebruikt?
Lees de eerste alinea van de tekst.
Oriënterend lezen
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Welk woord schrijf je met een hoofdletter?
In verband met het onweer werd de wedstrijd van zaterdag op sportpark rotterdam verplaatst.
A
onweer
B
wedstrijd
C
sportpark
D
rotterdam
Slide 19 - Quizvraag
Welk leesteken gebruik je aan het einde van deze zin? Komende vrijdag speelt het Nederlands elftal tegen Argentinië
A
punt .
B
vraagteken ?
C
uitroepteken !
Slide 20 - Quizvraag
Welk leesteken gebruik je aan het einde van deze zin? Speelt Engeland deze week in de kwartfinale tegen Frankrijk
A
punt .
B
vraagteken ?
C
uitroepteken !
Slide 21 - Quizvraag
Herschrijf de zin met hoofdletters. hebben jullie gehoord dat raheem sterling is beroofd?
Slide 22 - Open vraag
Herschrijf de zin met hoofdletters. bij de jumbo koopt lisa elke pauze een literfles cola.
Slide 23 - Open vraag
Einde van deze les!
Je weet nu:
Hoe je hoofdletters op een juiste manier gebruikt.
Wanneer je een punt, een vraagteken of een uitroepteken gebruikt.
Wat (en hoe) je moet leren voor de aankomende toetsweek.
Slide 24 - Tekstslide
De lesdoelen
Je kunt hoofdletters op de juiste manier gebruiken.
Je kunt punten, uitroeptekens en vraagtekens op de juiste manier gebruiken.
Je weet wat (en hoe) je moet leren voor de aankomende toetsweek.