Werkvorm: kwartet - spelling divers

Kwartet spelling
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Kwartet spelling

Slide 1 - Tekstslide

Wat heb je in de vorige les(sen) geleerd?

Vertel hier zo uitgebreid mogelijk over

Slide 2 - Woordweb

Leerdoelen
- Aan het einde van dit spel herken ik de verschillende spellingcategorieën, ieder met hun eigen regels.

- Ik denk na over al deze regels en heb daar een mening over.

- Ik luister tijdens het samenwerken naar mijn spelgenoten.

Slide 3 - Tekstslide

Wat ga je doen?
- Korte video bekijken over het nut van spelling
- Een mening vormen en opschrijven over het nut van spelling

- Kwartet spelen met 2 - 4 spelers

- Weer terug naar deze les voor de afsluiting

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

In de video wordt kritisch gesproken over het bestaan van spellingregels. Je zag dat niet iedereen het met elkaar eens is. Maar wat vind jij?

Slide 6 - Open vraag

Welke onderdelen van spelling (categorieën) ken je al?

Slide 7 - Woordweb

Je gaat oefenen met:

Categorieën: x-woorden, y-woorden, b als /p/, ou als /oe/, ch als /sj/, tremawoorden, Franse en Engelse leenwoorden, koppelteken, letterzetter, meervoud op onbeklemtoonde lettergreep, tussenletter, iaal/ieel/ueel-woorden en afkortingen. 

Slide 8 - Tekstslide

Tijd voor het spel!

Slide 9 - Tekstslide

Spelregels
Deze werkvorm kun je alleen, in een tweetal of in een groepje spelen. 
Het doel van het spel is om zoveel mogelijk setjes van vier kaarten te verzamelen (dat noem je een kwartet). Geef elke speler vijf kaarten. Een speler begint en vraagt een van de andere spelers om een kaart. Om een kaart te mogen vragen, moet je minimaal een kaart van dit kwartet in je hand hebben. Als de andere speler de kaart heeft, geeft die speler jou de kaart. Je mag weer iemand om een kaart vragen. Wanneer de speler de kaart niet heeft, mag je een kaart pakken van de stapel (zolang deze er nog is) en is de speler aan wie jij de kaart vroeg aan de beurt.
Wanneer je een kwartet hebt, roep je ‘kwartet!’ en leg je het setje kaarten voor je op tafel. Het spel is afgelopen als alle kwartetten compleet zijn. Degene met de meeste kwartetten is de winnaar!

Slide 10 - Tekstslide

Wat heb je nodig uit de doos?


Kwartetspel

Slide 11 - Tekstslide

Na het spel sluit je de werkvorm hier in LessonUp weer af.

Tot zo!

Slide 12 - Tekstslide

Hoe ging het spel?
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

Wat heb je van deze werkvorm geleerd?

Slide 14 - Open vraag

Hoe verliep de samenwerking?
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Wat ging er goed?
Wat kan er nog beter?

Slide 16 - Open vraag

En nu verder...
Heb je nog tijd over?
--> kies dan nog een onderdeel uit de keuzekaart
--> stel je vragen aan de docent

Slide 17 - Tekstslide