Het woord "kanker" komt van het Latijnse "cancer", wat "kanker, kankergezwel" betekent. Hippocrates bedacht deze term rond 400 voor Christus. Hij gebruikte "cancer" als vertaling voor het Griekse woord 'karkínos', dat oorspronkelijk "krab" betekende. Hippocrates associeerde tumoren met ingegraven krabben in het zand, vanwege hun harde centrum en zachte uitlopers (poten).