Herhaling heel hfst 2 3BBL

Bewegen - PTA 
Herhaling heel hoofdstuk 2
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 39 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Bewegen - PTA 
Herhaling heel hoofdstuk 2

Slide 1 - Tekstslide

De delen van je lichaam
Ons lichaam heeft verschillende delen:
- Een hoofd
- Een romp
- Vier ledematen (2 armen en 2 benen)

Klik op de icoontjes hiernaast om te
zien waar alles zit.
Dit is je hoofd.
Dit is je romp. Je romp is het stuk tussen je schouders en je benen in, maar zonder je armen, benen en je hoofd eraan.
Je hebt 2 armen. Dit zijn ledematen.
Je hebt 2 benen. Dit zijn ledematen.

Slide 2 - Tekstslide

Je skelet bestaat uit botten
Een ander woord voor botten is beenderen.

Een ander woord voor skelet is beenderstelsel. 

Slide 3 - Tekstslide

Functie skelet
  • Stevigheid: rechtop staan
  • Beweging: spieren en gewrichten
  • Bescherming: organen
  • Vorm geven

Slide 4 - Tekstslide

2 soorten beenderen
  • Pijpbeenderen: rond (houden je lichaam rechtop)
  • Platte beenderen: plat (beschermen kwetsbare organen)

Slide 5 - Tekstslide

Waar bestaan botten uit? 
Uit kalk en lijmstof

Slide 6 - Tekstslide

Botten en kraakbeenweefsel

Slide 7 - Tekstslide

Kraakbeenweefsel
Tussencelstof met veel lijmstof en weinig kalk.
Beenweefsel
Tussencelstof met veel kalk en weinig lijmstof

Slide 8 - Tekstslide

Wervelkolom
Je wervelkolom vangt schokken op:

1. Door zijn dubbele S-vorm

2. Door de tussenwervelschijven van kraakbeen

Slide 9 - Tekstslide

Wervelkolom

Slide 10 - Tekstslide

Na jaren verkeerd lopen, zitten of tillen kan je last krijgen van je rug. 

Door een goede houding zorg je goed voor je lichaam.

Slide 11 - Tekstslide

Goede lichaamshouding
De manier waarop je zit en staat.
Houd je rug zoveel mogelijk recht!

Slide 12 - Tekstslide

De tussenwervelschijven bij een juiste houding (bovenste afbeelding) en bij de verkeerde houding (onderste afbeelding). 

Slide 13 - Tekstslide

Hernia
  • Als je vaak verkeerd tilt kan de buitenring van een kraakbeenschijf kapot gaan.

  • De zachte kern komt naar buiten en drukt tegen het ruggenmerg met de zenuwen. Dit veroorzaakt pijn. 

Slide 14 - Tekstslide

Goed tillen

Slide 15 - Tekstslide

Goed zitten

Slide 16 - Tekstslide

Hoe zitten botten aan elkaar vast? 
Er zijn verschillende verbindingen:
vergroeiing - naadverbinding - kraakbeenverbinding - gewricht

Slide 17 - Tekstslide

Hoe werkt een gewricht?
  • Kogelgewricht: zit in je schouder, je arm kan alle kanten op bewegen 

  • Scharniergewricht: verbinding tussen de ellepijp en opperarmbeen. Kan maar in 1 richting heen en weer bewegen
  • Rolgewricht: verbinding tussen je spaakbeen en ellepijp. Rond draaien

Slide 18 - Tekstslide

Gewricht van buiten (1) en van binnen (2)

Slide 19 - Tekstslide

Bewegen

Botten kunnen zelf niet bewegen

Je spieren trekken samen (ze worden korter en dikker) en zo kan je bewegen.

Slide 20 - Tekstslide

Spieren laten botten bewegen
Spieren bedekken je hele skelet. Spieren zitten met pezen vast aan het bot. 
De spier die samentrekt wordt korter en dikker. Deze trekt de pees aan die het bot in beweging brengt.

Slide 21 - Tekstslide

Spieren laten botten bewegen
Spieren kunnen alleen samentrekken. Om een spier weer langer en korter te maken heb je een andere spier nodig. Dat is de tegenovergestelde spier. 
Voorbeeld: biceps - triceps
De armbuigspier (biceps) en armstrekspier (triceps) werken samen bij het buigen en strekken van je arm. 

Slide 22 - Tekstslide

Wat is een blessure?
Blessure = een beschadiging aan botten, spieren en gewrichten.
Het kan ontstaan door:
       - Valpartij 
       - Botsing 
       - Overbelasting 
       - Etc. 
De meeste blessures ontstaan tijdens het sporten.

Slide 23 - Tekstslide

Blessures aan botten en gewrichten


  1.  Botbreuk 
  2.  Ontwrichting 
  3.  Verstuiking (verzwikking)

Slide 24 - Tekstslide

Botbreuk
- Het bot is gebroken.
- Meestal moet je in het gips zodat het bot weer aan elkaar groeit. 
- Herstel duurt ongeveer 6 tot 8 weken. 

Slide 25 - Tekstslide

Ontwrichting 
  • De gewrichtskogel schiet dan uit de kom. 
  • Kan gebeuren als je verkeerd valt.
  • De arts moet je gewrichtskogel weer in de kom brengen

Slide 26 - Tekstslide

Verzwikking
  • Bij een verzwikking raken het gewrichtskapsel en kapselbanden beschadigd. 
  • Wordt vaak dik door zwelling 
  • Doet pijn
  • Koelen met koud water of coolpak helpt tegen zwelling en pijn. 

Slide 27 - Tekstslide

Spierblessures
Blessure = letsel 
  1. Spierpijn (door afvalstoffen)
  2. Spierkramp (sterk samentrekken spier)
  3. Spierscheuring (b.v. zweepslag)
  4. Kneuzing (beschadiging spiercellen en bloedvaatjes) Bloeduitstorting (bloedvaatjes in de huid beschadigd)

Slide 28 - Tekstslide

Behandelen spierblessures
Spierpijn: Cooling down, hersteltraining, rustig bewegen
Spierkramp: Direct stoppen, rust houden
Spierscheuring: Koelen en rust nemen
Kneuzing: Koelen en rust nemen

Slide 29 - Tekstslide

Blessures voorkomen
  • Beschermende kleding
  • Intapen (soort linnen plakband)
  • Warming-up (doorbloeding spieren)
  • Cooling-down (afvoer afvalstoffen) 

Slide 30 - Tekstslide

Gewervelde dieren

Slide 31 - Tekstslide

Vissen, amfibieën, reptielen
  • Bewegen met de wervelkolom van links naar rechts (heen en weer)
  • Amfibieën: zwemmen en kruipen (poten aan zijkant van het lichaam: kikker, salamander)
  • Reptielen: veel ribben met spieren en daardoor erg bewegelijk (slang, hagedis, krokodil, schildpad) 

Slide 32 - Tekstslide

Vogels en zoogdieren
  • Bewegen met de wervelkolom op en neer (golvende bewegingen)
  • Hebben poten recht onder de wervelkolom
  • Door de spieren aan de bovenkant en onderkant van de wervelkolom kunnen ze zich snel voortbewegen

Slide 33 - Tekstslide

Het snelste zoogdier ter wereld

Slide 34 - Tekstslide

Zoogdieren
  • Topgangers (hoefgangers) - Lopen op puntje van hun teenkootjes, daar omheen hebben ze hoeven
  • Teengangers - loopt op de teenkootjes
  • Zoolgangers - loopt op de gehele voet

Slide 35 - Tekstslide

Bouwplan van zoogdieren

Slide 36 - Tekstslide

Skelet en leefwijze
  • Skeletten van gewervelde dieren hebben vaak hetzelfde bouwplan. Ze hebben allemaal een schedel, wervelkolom, ribben etc.

  • De vorm verschilt. De ledematen aangepast aan de manier van leven: de leefwijze.

Slide 37 - Tekstslide

Vogelpoot
Mensenhand

Slide 38 - Tekstslide

Welke speciale poten hebben vogels?
Steltpoten     Klimpoten     Zwempoten             Grijppoten

Slide 39 - Tekstslide