Proeftoets 2 HV spelling

spelling
• Je kan de persoonsvorm vervoegen in de tegenwoordige en verleden tijd.
• Je kan het voltooid deelwoord vervoegen.
• Je kan de persoonsvorm vervoegen in de gebiedende wijs.
• Je kan voorbeelden geven van sterke (klankveranderende)en zwakke (klankvaste)werkwoorden.
• Je kan werkwoorden vervoegen in zinnen met twee onderwerpen en gezegdes.
• Je kan de bijvoeglijke naamwoorden op de juiste manier spellen.
Je kan het meervoud van een zelfstandig naamwoord correct opschrijven.
Je weet wanneer je een –n schrijft achter woorden als alle(n), beide (n)


• https://www.berktekst.nl/voorbeeld-pagina/samengestelde-zinnen/samengestelde-zinnen-spelling-01/

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

spelling
• Je kan de persoonsvorm vervoegen in de tegenwoordige en verleden tijd.
• Je kan het voltooid deelwoord vervoegen.
• Je kan de persoonsvorm vervoegen in de gebiedende wijs.
• Je kan voorbeelden geven van sterke (klankveranderende)en zwakke (klankvaste)werkwoorden.
• Je kan werkwoorden vervoegen in zinnen met twee onderwerpen en gezegdes.
• Je kan de bijvoeglijke naamwoorden op de juiste manier spellen.
Je kan het meervoud van een zelfstandig naamwoord correct opschrijven.
Je weet wanneer je een –n schrijft achter woorden als alle(n), beide (n)


• https://www.berktekst.nl/voorbeeld-pagina/samengestelde-zinnen/samengestelde-zinnen-spelling-01/

Slide 1 - Tekstslide

Drie kolommen : werkwoord, stam en ik-vorm.

zitt
A
werkwoord
B
stam
C
ik-vorm

Slide 2 - Quizvraag

Zoek de klankvaste (zwakke) werkwoorden
A
vertellen, zwemmen, lopen, rekenen, verhuizen
B
vertellen, rekenen
C
zwemmen, lopen, verhuizen
D
zwemmen, lopen, rekenen, berhuizen

Slide 3 - Quizvraag

Is
BIJTEN
een zwak (klankvast)werkwoord?
A
ja
B
nee

Slide 4 - Quizvraag

Is
VERVEN
een zwak (klankveranderend) werkwoord?
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quizvraag

De slimme zakenman … (verduisteren) het geld dat hij heeft … (verdienen)
met zijn handeltje.

A
verduisterd, verdient
B
verduisterd, verdiend
C
verduistert, verdiend
D
verduistert, verdient

Slide 6 - Quizvraag

(Melden) je zo snel mogelijk bij de conciërge.
A
Meld
B
Meldt

Slide 7 - Quizvraag

(Worden) nu donateur!
A
Wordt
B
Word

Slide 8 - Quizvraag

Als je nu je mond niet (houden), (verraden) je het hele plan.
A
houd, verraadt
B
houd, verraadde
C
houdt, verraad
D
houdt, verraadde

Slide 9 - Quizvraag

De rechercheur rust pas als de verdachte zijn aandeel in de zaak …
(erkennen).

A
erkent
B
erkend

Slide 10 - Quizvraag

Vorige week … (relaxen) ik nog met een drankje aan het zwembad.
A
relaxtte
B
relaxde
C
relaxte
D
relaxede

Slide 11 - Quizvraag

Floor heeft de pagina net zo lang … (refreshen) tot ze het nieuws zag.
A
gerefresht
B
gerefreshdt
C
gerefreshed
D
gerefreshet

Slide 12 - Quizvraag

Vul aan:

Die ..... (verbranden) barbecueworstjes moet je niet meer eten.
Uitleg
Het werkwoord verbranden wordt in deze zin bijvoeglijk gebruikt. Bijvoeglijk gebruikte werkwoorden schrijf je zo kort als mogelijk!
A
verbrande
B
verbrandde
C
verbranden
D
verbrandden

Slide 13 - Quizvraag



Welk woord is niet correct gespeld?
Uitleg
In een aanhef schrijf je de eerste verwijzing naar een naam altijd met een hoofdletter. Het is dus meneer Van Dalen, Jan van Dalen of meneer J. van Dalen. 
A
mevrouw van Zaalen
B
Katya van Zaalen
C
docente Van Zaalen
D
K.L. van Zaalen

Slide 14 - Quizvraag



Welk woord is niet correct gespeld?
Uitleg
Officiële en/of religieuze feestdagen schrijf je altijd met een hoofdletter, zoals bij Moederdag, Kerst, Pasen en Hemelvaart. 
A
maandag
B
kerstmis
C
januari
D
lente

Slide 15 - Quizvraag

................ eten wij altijd frietjes met sla.
A
's zaterdags
B
's Zaterdags

Slide 16 - Quizvraag

Wij vinden als … dat de lessen later zouden moeten beginnen

A
enigen
B
enige

Slide 17 - Quizvraag

Kies telkens de juiste schrijfwijze.

Volgens de vakjury hadden … goed hun best gedaan om goed voor de dag te
komen.


A
vele
B
velen

Slide 18 - Quizvraag

Kies telkens de juiste schrijfwijze.
Veel mensen waren enthousiast, maar … liepen toch te klagen.


A
enkele
B
enkelen

Slide 19 - Quizvraag

0

Slide 20 - Video

(+) Voorbeeldzinnen gebiedende wijs 
1. (Worden) nou toch eens wakker!
1. Word nou toch eens wakker!

2. (Maken) die tafel schoon!
2. Maak die tafel schoon!

3. (Vinden) de sleutel maar terug!
3. Vind de sleutel maar terug

Slide 21 - Tekstslide

0

Slide 22 - Video