1.3 Economische ontwikkelingen

Burgers en stoommachines
Economische ontwikkelingen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Burgers en stoommachines
Economische ontwikkelingen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
De leerling heeft kennis van de veranderingen die zich in de 19e eeuw in Nederland voordeden in de landbouw, industrie en handel.

Slide 2 - Tekstslide

Theorie
Terwijl de Republiek in de Gouden Eeuw zonder overdrijving een van de koplopers op economisch gebied was, herinnerde aan het begin van de negentiende eeuw daar nog maar weinig aan. De snelle economische ontwikkeling in de omringende landen – met name als gevolg van de industriële revolutie die in Engeland vanaf 1770 was begonnen – ging aan Nederland voorbij. 
- In Nederland bleef de landbouw relatief belangrijk. Ook de bestaande tweedeling in deze sector – een commerciële landbouw in het westen en een overwegend zelfvoorzienende landbouw in de oostelijke en zuidelijke provincies – bleef nog lang voortbestaan. Pas vanaf het midden van de negentiende eeuw verdween de zelfvoorzienende landbouw steeds meer naar de achtergrond. 
- In vergelijking met de omringende landen kwam de (moderne) industrialisatie in Nederland pas laat op gang. Ook hier tekende zich een regionale tweedeling af: de kapitaalintensieve industrieën in het westen en de arbeidsintensieve industrieën in het oosten en zuiden. 
- Op het gebied van de handel was de continuïteit groot: de stapelmarkt keerde in een nieuwe gedaante – als transitohandel – terug. Vanaf het laatste kwart van de negentiende eeuw werd het vroegere centrum van de (wereld)handel Amsterdam overvleugeld door Rotterdam.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Specialisatie in de landbouw

Door steeds betere verbindingen richtten veel boeren en tuinders zich op de export. 
De aardappel heeft hier ook een rol ingespeeld--> men had meer geld voor producten die voorheen voor de gewone man onbetaalbaar was, zoals vlees, zuivel, suiker, groenten en fruit. 
  • Commerciële landbouw: boeren produceren voor de handel

Slide 6 - Tekstslide

Heeft deze prent betrekking op een boerderij in de kustprovincies of op een gemengd bedrijf in het oosten en zuiden van ons land? Licht je keuze met twee argumenten toe.

Slide 7 - Open vraag

Nederland industrialiseert laat 
  • Pas vanaf 1870
  • Handel blijft voor veel investeerders belangrijk: weinig vertrouwen in de industrie
  • Geen geschikte grondstoffen voor industrie.

Slide 8 - Tekstslide

Late industralisatie

  • Delfts blauw, Amsterdamse kandij, Leidens laken enz. 
  • Gericht op binnenlandse markt. 
  • Moderniseren pas later 

Slide 9 - Tekstslide

Van stapelmarkt naar transitohandel 
  • Stapelmarkt= opslag in pakhuizen
  • Transitohandeldoorvoerhandel
  • Na 1870 groeien havens van Amsterdam, Rotterdam en Antwerpen

Slide 10 - Tekstslide

Welk begrip hoort bij deze betekenis:
Periode van grote en snelle verandering in West-Europa door de komst van industrie; deze periode duurde van 1760 tot 1850.
A
Industrialisatie
B
Kapitalisme
C
Industriële revolutie
D
Monarchie

Slide 11 - Quizvraag

Wat is industrialisatie?
A
Een periode van grote en snelle verandering door de komst van industrie.
B
Het ontstaan van industrie (fabrieken) in een gebied waar eerst vooral landbouw was.
C
Een speciale dans.
D
Mensen die in fabrieken werken.

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een van de belangrijkste uitvindingen van de revolutie?
A
stoommachine
B
ploeg
C
straatverlichting
D
dienstensector

Slide 13 - Quizvraag

In welk land begon de Industriële revolutie?
A
Frankrijk
B
Engeland
C
Nederland
D
Duitsland

Slide 14 - Quizvraag

Rond 1800 werkten de meeste mensen in Nederland in de:
A
landbouw
B
handel
C
industrie
D
diensten

Slide 15 - Quizvraag

In welke beroepen begon de Industriele revolutie?

A
Handel en Nijverheid
B
Handel en Landbouw
C
Landbouw en textiel
D
Textiel en handel

Slide 16 - Quizvraag

In de negentiende eeuw veranderde de transitohandel in Nederland van karakter: goederen werden niet langer opgeslagen in pakhuizen, maar meteen doorgevoerd naar andere bestemmingen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Welke veranderingen deden zich in de negentiende eeuw in Nederland voor op het gebied van landbouw, industrie en handel?

Slide 18 - Open vraag