In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
De zintuigen uit je benen zijn via zenuwen met de hersenen verbonden.
A
juist
B
niet juist
Slide 2 - Quizvraag
Komen er warmte en koudezintuigen voor in de huid?
A
ja
B
nee
Slide 3 - Quizvraag
De prikkel voor tastzintuigen is druk.
A
juist
B
niet juist
Slide 4 - Quizvraag
De hoornlaag beschermt het lichaam tegen uitdroging.
A
juist
B
niet juist
Slide 5 - Quizvraag
Bloedvaten komen in de kiemlaag van de huid voor.
A
juist
B
niet juist
Slide 6 - Quizvraag
Als een kraai een hard geluid maakt, produceert hij veel decibels
A
juist
B
niet juist
Slide 7 - Quizvraag
De oogspieren zitten vast aan het harde oogvlies.
A
juist
B
niet juist
Slide 8 - Quizvraag
De buis van Eustachius gaat open als je slikt
A
juist
B
niet juist
Slide 9 - Quizvraag
De traanbuizen voeren het traanvocht af van je ogen naar je wangen.
A
juist
B
onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Dat een stukje chocolade bitter is, merk je niet als je verkouden bent.
A
juist
B
onjuist
Slide 11 - Quizvraag
Als je minder eet dan nodig is, wordt er reservevoedsel (vet) gebruikt. Waar zit dat vet in je lichaam?
A
in de hoornlaag
B
in de kiemlaag
C
in de lederhuid
D
in het onderhuids bindweefsel
Slide 12 - Quizvraag
Henk neemt een tatoeage. In welke laag van de huid moet die worden gezet om te blijven zitten?
A
hoornlaag
B
kiemlaag
C
lederhuid
Slide 13 - Quizvraag
In een oor kunnen geluidstrillingen door onder andere de gehoorbeentjes, de gehoorgang en het trommelvlies gaan. Wat is de juiste volgorde van deze delen, van buiten het oor naar binnen?
A
Gehoorbeentjes – gehoorgang – trommelvlies-
B
Gehoorbeentjes – trommelvlies – gehoorgang
C
Gehoorgang – gehoorbeentjes – trommelvlies
D
Gehoorgang – trommelvlies – gehoorbeentjes
Slide 14 - Quizvraag
Welk deel van het oog zorgt ervoor dat er impulsen naar de hersenen worden gestuurd, zodat je kunt zien?
A
het hoornvlies
B
het netvlies
C
het regenboogvlies
D
het vaatvlies
Slide 15 - Quizvraag
Een hormoonklier heeft een afvoerbuis?
A
waar
B
niet waar
Slide 16 - Quizvraag
Welke klieren hebben afvoerbuizen?
A
de zweetklier en schildklier
B
de zweetklier en oorsmeerklier
C
de schildklier en oorsmeerklier
D
de eilandjes van Langerhans en de zweetklier
Slide 17 - Quizvraag
Welke klier kan een hormoonklier zijn?
A
klier 1
B
klier 2
C
geen van beiden
D
allebei
Slide 18 - Quizvraag
Als je minder eet dan nodig is, wordt er reservevoedsel (vet) gebruikt. Waar zit dat vet in je lichaam?
A
hoornlaag
B
kiemlaag
C
lederhuid
D
onderhuids bindweefsel
Slide 19 - Quizvraag
Henk neemt een tatoeage. In welke laag van de huid moet die worden gezet om te blijven zitten?
A
hoornlaag
B
kiemlaag
C
lederhuid
D
onderhuids bindweefsel
Slide 20 - Quizvraag
In welke laag van de huid liggen tastknopjes?
A
hoornlaag
B
kiemlaag
C
lederhuid
Slide 21 - Quizvraag
Hoe noemen we nummer 12?
A
hoornlaag
B
opperhuid
C
kiemlaag
D
lederhuid
Slide 22 - Quizvraag
Hoe noemen we nummer 6?
A
tastzintuig
B
drukzintuig
C
warmtezintuig
D
koudezintuig
Slide 23 - Quizvraag
Hoe noemen we nummer 11
A
lederhuid
B
opperhuid
C
kiemlaag
D
hoornlaag
Slide 24 - Quizvraag
De buis van Eustachius gaat open als je slikt.
A
waar
B
niet waar
Slide 25 - Quizvraag
In een oor kunnen geluidstrillingen door onder andere de gehoorbeentjes, de gehoorgang en het trommelvlies gaan. Wat is de juiste volgorde van deze delen, van buiten het oor naar binnen?
A
Gehoorbeentjes – gehoorgang – trommelvlies
B
Gehoorbeentjes – trommelvlies – gehoorgang
C
Gehoorgang – trommelvlies – gehoorbeentjes
D
Gehoorgang – gehoorbeentjes – trommelvlies
Slide 26 - Quizvraag
Wat is de functie van oorsmeerkliertjes?
A
de huid soepel houden
B
het trommelvlies soepel houden
C
trillingen doorgeven
D
de gehoorgang schoon houden
Slide 27 - Quizvraag
Wat is de functie van de buis van Eustachius?
A
het afvoeren van binnen gedrongen stofdeeltjes
B
het afvoeren van overtollig oorsmeer
C
het gelijk houden van de luchtdruk aan beiden kanten van het trommelvlies
D
het verder geleiden van geluidstrillingen
Slide 28 - Quizvraag
Met welk nummer is het trommelvlies aangegeven?
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 29 - Quizvraag
Met welk nummer is de gehoorzenuw aangegeven?
A
9
B
10
C
11
D
12
Slide 30 - Quizvraag
In welk deel van het oor van de afbeelding worden prikkels omgezet in impulsen?
A
in deel 3
B
in deel 4
C
in deel 5
D
in deel 6
Slide 31 - Quizvraag
Bevat het vaatvlies zintuigcellen?
A
ja
B
nee
Slide 32 - Quizvraag
Hoe noemen we nummer 6?
A
hoornvlies
B
pupil
C
lens
D
glasachtig lichaam
Slide 33 - Quizvraag
Met welk nummer is de blinde vlek aangegeven?
A
10
B
11
C
12
D
5
Slide 34 - Quizvraag
Met welk nummer is de iris aangeven?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 35 - Quizvraag
Op welke plaats in het oog zien we het scherpst?
A
gele vlek
B
blinde vlek
C
netvlies
D
oogzenuw
Slide 36 - Quizvraag
Hoe noemen we nummer 2?
A
pupil
B
iris
C
harde oogvlies
D
glasachtig lichaam
Slide 37 - Quizvraag
Met de smaakknopjes in de tong kun je alle smaken onderscheiden?
A
ja
B
nee
Slide 38 - Quizvraag
Hoeveel smaken kan je tong onderscheiden?
A
3
B
4
C
10
D
heel veel
Slide 39 - Quizvraag
Een eendenkuikentje wordt door een snoek in zijn poot gebeten. Het eendje begint daardoor hard te piepen.
A
het piepen wordt veroorzaakt door een inwendige prikkel
B
Het piepen is een respons
Slide 40 - Quizvraag
Het gedrag dat bij 1 tot en met 6 is te zien, is alleen erfelijk bepaald.
A
waar
B
niet waar
Slide 41 - Quizvraag
Alcohol beschadigt de ontwikkeling van de hersenen van jongeren blijvend.
A
waar
B
niet waar
Slide 42 - Quizvraag
Wat is de functie van hormonen?
A
hormonen regelen de werking van organen die er gevoelig voor zijn
B
hormonen zorgen voor de voeding van veel hormoonklieren
C
hormonen zorgen voor snelle reacties op bepaalde prikkels
Slide 43 - Quizvraag
Op welke processen hebben hormonen geen invloed?
A
groei en ontwikkeling
B
ademhaling
C
voortplanting
D
stofwisseling
Slide 44 - Quizvraag
In de afbeelding is de ligging van enkele hormoonklieren bij een vrouw getekend. Hoe heet deel 4?
A
alvleesklier
B
schildklier
C
hypofyse
D
bijnieren
Slide 45 - Quizvraag
Anja zegt dat in de afbeelding een deel van de tong is getekend. Boris zegt dat in de afbeelding een deel van de huid is getekend. Caspar zegt dat in de 2e afbeelding een smaakknopje is getekend Diane zegt dat in de 2e tekening een tastknopje is getekend. Wie heeft of hebben gelijk?
A
Anja en Diane
B
Anja en Casper
C
Diane en Boris
D
Boris en Caspar
Slide 46 - Quizvraag
Waar bestaat het centrale zenuwstelsel uit?
Slide 47 - Open vraag
Vienna heeft bruine ogen. Deze bruine kleur wordt veroorzaakt door een kleurstof. In welk deel van een oog zit deze kleurstof?
Slide 48 - Open vraag
John is bij een duik in het zwembad ongelukkig terechtgekomen. Daardoor is er een breuk in zijn ruggenmerg ontstaan, zodat dit geheel doormidden is. Wat is het gevolg voor het deel onder de breuk?