Les 7

Welkom in de les
1HAa
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom in de les
1HAa

Slide 1 - Tekstslide

Programma
1. 1 zin ontleden

2. Aantekening + quiz

3. Vind de verschillen

4. Opdracht in duo's

5. Tijd om na te kijken/ af te tekenen

Slide 2 - Tekstslide

1 zin ontleden
Andrey heeft zijn verjaardag afgelopen jaar in het buitenland gevierd.

pv =
zn =
ow =
wg = 

timer
3:00

Slide 3 - Tekstslide

1 zin ontleden
Andrey /heeft /zijn verjaardag/ afgelopen jaar/ in het buitenland/ gevierd.

pv = heeft
zn = 5x
ow = Andrey
wg = heeft gevierd

Slide 4 - Tekstslide

Programma
1. 1 zin ontleden

2. Aantekening + quiz

3. Vind de verschillen

4. Opdracht in duo's

5. Tijd om na te kijken/ af te tekenen

Slide 5 - Tekstslide

AANTEKENING MAKEN OP LAATSTE PAGINA VAN JE SCHRIFT

Slide 6 - Tekstslide

ZINNEN ONTLEDEN

  • Zinnen in stukken knippen: zinsdelen
  • Zinsdelen namen geven
  • persoonsvorm
  • onderwerp
  • werkwoordelijk gezegde
WOORDSOORTEN BENOEMEN

  • Alle woorden van de zin een naam geven
  • lidwoord
  • zelfstandig naamwoord
  • bijvoeglijk naamwoord
  • hulpwerkwoord
  • zelfstandig werkwoord

Slide 7 - Tekstslide

Zinsontleding vs woordsoorten
                      Voorbeeldzin:  De luie kat slaapt.

ZINSONTLEDING                                                 WOORDSOORTEN                 

De luie kat/ slaapt                                              De = lidwoord
pv = slaapt                                                             luie = bijvoeglijk naamwoord
ow = de luie kat                                                   kat = zelfstandig naamwoord
wg = slaapt                                                            slaapt = zelfstandig werkwoord
                                          

Slide 8 - Tekstslide

Hoeveel hulpwerkwoorden zijn er in deze zin?

Sacha en Noah willen gaan voetballen.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 9 - Quizvraag

Welk werkwoord (=ww) is het zelfstandig werkwoord vaak?


A
eerste ww van de zin
B
laatste ww van de zin
C
middelste ww van de zin
D
alle ww van de zin

Slide 10 - Quizvraag

Hoeveel lidwoorden zijn er?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 11 - Quizvraag

Hoeveel onbepaalde lidwoorden zijn er?
A
1: een
B
2: de + het
C
3: de, het, een
D
2: het + een

Slide 12 - Quizvraag

Voor een zelfstandig naamwoord kun je een lidwoord zetten.
A
altijd
B
niet altijd
C
nooit

Slide 13 - Quizvraag


''Groningen, Seine (rivier in Parijs) en Eloisa'' zijn voorbeelden van:
A
zelfstandig naamwoorden
B
(eigen)namen
C
bijvoeglijk naamwoorden
D
zelfstandig werkwoorden

Slide 14 - Quizvraag

LAATSTE VRAAG

''Kattig, glimmend, sterk'' zijn voorbeelden van:
A
zelfstandig naamwoorden
B
(eigen)namen
C
bijvoeglijk naamwoorden
D
zelfstandig werkwoorden

Slide 15 - Quizvraag

Programma
1. 1 zin ontleden

2. Aantekening + quiz

3. Vind de verschillen

4. Opdracht in duo's

5. Tijd om na te kijken/ af te tekenen

Slide 16 - Tekstslide

Zoek de verschillen in duo's
1. Papa zegt: ''Ik hou van je mama.''

2. Papa zegt: ''Ik hou van je, mama.''
3. Dus je kunt onbeperkt eten zonder dik te worden?
4. Dus je kunt onbeperkt eten zonder dik te worden.

5. Ik zat op haar schoot en viel in slaap.

6. Ik zat op haar, schoot, en viel in slaap.


timer
5:00

Slide 17 - Tekstslide

Formuleren: leestekens
1. Opdracht in duo's: zet in de tekst de juiste leestekens.

2. Kijk na en VERBETER.

3. Haal deel twee van de opdracht op.

4. Kijk ook deel twee na.

Slide 18 - Tekstslide

Programma
1. 1 zin ontleden

2. Aantekening + quiz

3. Vind de verschillen

4. Opdracht in duo's

5. Tijd om na te kijken/ af te tekenen

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk nakijken en maken
Huiswerk maken (zie donderdag)
niv 3 = hoogste niveau

Nagekeken?

Aftekenen bij mw. Houkes



Slide 20 - Tekstslide