In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
H1 Materialen en stoffen
Les 9
Scheidingsmethoden
NOVA 3H H1.4
Slide 1 - Tekstslide
Wat weet je nog van de vorige lessen?
Slide 2 - Tekstslide
Welk van de volgende afbeeldingen is GEEN oplossing?
A
B
C
D
Slide 3 - Quizvraag
Welk van de onderstaande uitspraken is/zijn juist? 1) Een oplossing is troebel 2) Een oplossing is een mengsel
A
(1) Juist
(2) Juist
B
(1) Onjuist
(2) Juist
C
(1) Juist
(2) Onjuist
D
(1) Onjuist
(2) Onjuist
Slide 4 - Quizvraag
Welk van de onderstaande uitspraken is/zijn juist?
1) Dit mengsel is een suspensie
2) Dit mengsel bevat een vloeistof en een vaste stof
A
(1) Juist
(2) Juist
B
(1) Onjuist
(2) Juist
C
(1) Juist
(2) Onjuist
D
(1) Onjuist
(2) Juist
Slide 5 - Quizvraag
Diagram 1
Diagram 2
Diagram 3
Diagram 4
Kookpunt
smeltpunt
Kooktraject
smelttraject
Slide 6 - Sleepvraag
Hoe noemen we de stoffen bij (4) en (9)?
A
(4) Residu
(9) Filtraat
B
(4) Destillaat
(9) Filtraat
C
(4) Filtraat
(9) Residu
D
(4) Residu
(9) Destillaat
Slide 7 - Quizvraag
Sleep de juiste naam bij het juiste mengsel.
Oplossing
Suspensie
Emulsie
Slide 8 - Sleepvraag
Leerdoelen
Aan het eind van §1.4 kun je...
een aantal scheidingsmethoden herkennen en beschrijven
uitleggen op welk principe bepaalde scheidingsmethoden berusten
een beredeneerde keuze maken voor een scheidingsmethode om een bepaald mengsel in maximaal drie stappen te scheiden
Slide 9 - Tekstslide
dsorberen
aanhechtingsvermogen
oplossingen
gasmengsels
geurveters
ezinken / centrifugeren
dichtheid
suspensie
emulsie
centrifugeren van bloed
estilleren
kookpunt
homogeen vloeistofmengsel
destillatie van aardolie in een olieraffinaderij
Slide 10 - Tekstslide
H 1.4 Scheidingsmethoden
Extraheren
Bekijk het filmpje:
- wat voor soort mengsels kun je op deze manier scheiden?
- van welk verschil in stofeigenschap maak je gebruik?
Slide 11 - Tekstslide
dsorberen
aanhechtingsvermogen
oplossingen
gasmengsels
geurveters
ezinken / centrifugeren
dichtheid
suspensie
emulsie
centrifugeren van bloed
estilleren
kookpunt
homogeen vloeistofmengsel
destillatie van aardolie in een olieraffinaderij
vul deze rij verder in
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Bekijk het volgende filmpje:
- welk soort mengsels kun je scheiden met filteren?
- op welk verschil berust filteren?
- wat is bij deze proef het residu? en wat het filtraat?
1.4
Slide 14 - Tekstslide
dsorberen
aanhechtingsvermogen
oplossingen
gasmengsels
geurveters
ezinken / centrifugeren
dichtheid
suspensie
emulsie
centrifugeren van bloed
estilleren
kookpunt
homogeen vloeistofmengsel
destillatie van aardolie in een olieraffinaderij
vul deze rij verder in
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Bekijk het filmpje:
- wat voor soort mengsels kun je op deze manier scheiden?
- van welk verschil in stofeigenschap maak je gebruik?
1.4
Slide 17 - Tekstslide
dsorberen
aanhechtingsvermogen
oplossingen
gasmengsels
geurveters
ezinken / centrifugeren
dichtheid
suspensie
emulsie
centrifugeren van bloed
estilleren
kookpunt
homogeen vloeistofmengsel
destillatie van aardolie in een olieraffinaderij
vul deze rij verder in
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
dsorberen
aanhechtingsvermogen
oplossingen
gasmengsels
geurveters
ezinken / centrifugeren
dichtheid
suspensie
emulsie
centrifugeren van bloed
estilleren
kookpunt
homogeen vloeistofmengsel
destillatie van aardolie in een olieraffinaderij
Slide 20 - Tekstslide
Chromatografie
Om te kijken of een mengsel zuiver is, kunnen we gebruik maken van chromatografie (chromo = kleur).
Chromatografie
Op het plaatje kun je goed zien dat niet alle gebruikte stiften zuivere stoffen bevatten. Deze methode, waarbij papier gebruikt wordt, noemen we papierchromatografie.
Slide 21 - Tekstslide
Chromatografie
Bij papierchromatografie maak je gebruik van een loopvloeistof. In deze vloeistof lossen de stoffen uit de stift op en reizen mee omhoog door het papier.
Slide 22 - Tekstslide
Chromatografie
Omdat de loopvloeistof kan bewegen, noemen we dit ook wel de mobiele fase (mobiel = beweeglijk). Het papier noemen we de stationaire fase (stationair = onbeweeglijk)
Slide 23 - Tekstslide
Chromatografie
Op het rechterplaatje zie je dat de inkt uit de stift nu bestaat uit verschillende kleuren. Dit komt omdat sommige kleurstoffen langer mee kunnen reizen met de mobiele fase dan andere stoffen
Slide 24 - Tekstslide
Rf-waarde
De afstand die een bepaalde stof kan afleggen door de loopvloeistof, zegt iets over de eigenschappen van die stof.
Rf-waarde
Slide 25 - Tekstslide
Rf-waarde
De Rf-waarde kun je berekenen met: (in centimeters).
Rf-waarde
BA
Hoe hoger de Rf-waarde, hoe beter de stof was opgelost in de loopvloeistof (mobiele fase).
Hoe lager de Rf-waarde hoe beter de stof hecht aan het papier