H1.4 les 9 Scheidingsmethoden (2.5)

H1 Materialen en stoffen
Les 9 
Scheidingsmethoden


NOVA 3H H1.4
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H1 Materialen en stoffen
Les 9 
Scheidingsmethoden


NOVA 3H H1.4

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog van de vorige lessen?
Dit is een herhaling van §1.1 t/m §1.3 d.m.v. quiz vragen

Slide 2 - Tekstslide

Hoe ziet een oplossing uit?
A
altijd kleurloos en helder
B
altijd kleurloos en troebel
C
altijd gekleurd en troebel
D
soms gekleurd en altijd helder

Slide 3 - Quizvraag

Een emulsie is altijd ( ..1 ..) en (..2..) gekleurd
Welk woord vul je in bij (1) en (2)?
A
1 = troebel 2 =nooit
B
1 = troebel 2 = altijd
C
1 = helder 2 = altijd
D
1 = helder 2 = nooit

Slide 4 - Quizvraag

Een mengsel van suiker en water is een (1) en een mengsel van olie en water is een (2).
A
1 = suspensie 2 = emulsie
B
1 = oplossing 2 = nevel
C
1 = oplossing 2 = emulsie
D
1 = nevel 2 = oplossing

Slide 5 - Quizvraag

Aceton heeft bij standaard druk een kookpunt van 56 graden en alcohol een kookpunt van 78 graden.

Geef een verklaring op microniveau van dit verschil.
A
De moleculen van aceton trekken elkaar sterker aan dan de moleculen van alcohol.
B
De moleculen van alcohol trekken elkaar sterker aan dan de moleculen van aceton.

Slide 6 - Quizvraag

Suiker heeft op macroniveau een hogere dichtheid dan ijs.
Wat is een verklaring op microniveau voor dit verschil? (meerdere antwoorden zijn juist)
A
Suikermoleculen zijn lichter dan watermoleculen
B
Suikermoleculen zijn zwaarder dan watermoleculen.
C
Suikermoleculen zitten verder van elkaar af dan watermoleculen.
D
Suikermoleculen zitten dichter op elkaar dan watermoleculen.

Slide 7 - Quizvraag

Welk van de volgende afbeeldingen is GEEN oplossing?
A
B
C
D

Slide 8 - Quizvraag

Welk van de onderstaande uitspraken is/zijn juist?
1) Een oplossing is troebel
2) Een oplossing is een mengsel
A
(1) Juist (2) Juist
B
(1) Onjuist (2) Juist
C
(1) Juist (2) Onjuist
D
(1) Onjuist (2) Onjuist

Slide 9 - Quizvraag


Welk van de onderstaande uitspraken is/zijn juist?
1) Dit mengsel is een suspensie
2) Dit mengsel bevat een vloeistof en een vaste stof
A
(1) Juist (2) Juist
B
(1) Onjuist (2) Juist
C
(1) Juist (2) Onjuist
D
(1) Onjuist (2) Juist

Slide 10 - Quizvraag

Diagram 1
Diagram 2
Diagram 3
Diagram 4
Kookpunt
smeltpunt
Kooktraject
smelttraject

Slide 11 - Sleepvraag

Hoe noemen we de stoffen bij (4) en (9)?
A
(4) Residu (9) Filtraat
B
(4) Destillaat (9) Filtraat
C
(4) Filtraat (9) Residu
D
(4) Residu (9) Destillaat

Slide 12 - Quizvraag

Sleep de juiste naam bij het juiste mengsel.
Oplossing
Suspensie
Emulsie

Slide 13 - Sleepvraag

Leerdoelen
Aan het eind van §1.4 kun je...
  • een aantal scheidingsmethoden herkennen en beschrijven 
  • uitleggen op welk principe bepaalde scheidingsmethoden berusten 
  • een beredeneerde keuze maken voor een scheidingsmethode om een bepaald mengsel in maximaal drie stappen te scheiden 

Slide 14 - Tekstslide

Scheidingsmethoden
Berust op welke verschil in stofeigenschap
Welke soort mengsel kun je hiermee scheiden?
Een voorbeeld van waar wordt toegepast

Slide 15 - Tekstslide

dsorberen                
aanhechtingsvermogen                
oplossingen 
gasmengsels              
geurvreters              
ezinken / centrifugeren          
dichtheid                
suspensie
emulsie            
centrifugeren van bloed              
estilleren
kookpunt                
homogeen vloeistofmengsel
destillatie van aardolie in een olieraffinaderij

Slide 16 - Tekstslide

Adsorberen
Scheiden op basis van aanhechtingsvermogen aan het adsorptiemiddel.

Vaste stoffen uit oplossingen scheiden.
Vaste stof aan adsorptiemiddel
Bij adsorptie wordt gebruik gemaakt van een adsorptiemiddel. Het adsorptiemiddel bindt zich aan een stof uit het mengsel. Later kan het adsorptiemiddel uit het mengsel worden verwijderd.
H 1.4 Scheidingsmethoden

Slide 17 - Tekstslide

Adsorptie
Verschil in aanhechtingsvermogen
 aan een adsorptiemiddel
Actieve kool
Afvalstoffen hechten aan oppervlak
De rest kan ongehinderd door het filter
Veel scheuren en poriën--> groot oppervlak
Adsorberen is dus een scheidingsmethode dat berust op aanhechtingsvermogen. De moleculen binden zich aan de buitenkant van het adsorptiemidden

Actieve kool is een veelgebruikt adsorptiemiddel in de chemische industrie. Het kan gebruikt worden om zowel vloeistoffen als gassen te reinigen van ongewenste stoffen.
H 1.4 Scheidingsmethoden

Slide 18 - Tekstslide

ADsorptie en ABsorptie
LET OP!
Er is een verschil tussen adsorptie en absorptie: 

  • Adsorptie: moleculen hechten 
zich aan de buitenkant van het adsorptiemiddel.
  • Absorptie: moleculen dringen het materiaal binnen.  
H 1.4 Scheidingsmethoden

Slide 19 - Tekstslide

H 1.4 Scheidingsmethoden
Bezinken / centrifugeren

Slide 20 - Tekstslide

H 1.4 Scheidingsmethoden
Destilleren

Slide 21 - Tekstslide

dsorberen                
aanhechtingsvermogen                
oplossingen 
gasmengsels              
geurvreters              
ezinken / centrifugeren          
dichtheid                
suspensie
emulsie            
centrifugeren van bloed              
estilleren
kookpunt                
homogeen vloeistofmengsel
destillatie van aardolie in een olieraffinaderij

Slide 22 - Tekstslide

H 1.4 Scheidingsmethoden
Extraheren
Bekijk het filmpje:
- wat voor soort mengsels kun je op deze manier scheiden?
- van welk verschil in stofeigenschap maak je gebruik?

Slide 23 - Tekstslide

dsorberen                
aanhechtingsvermogen                
oplossingen 
gasmengsels              
geurvreters              
ezinken / centrifugeren          
dichtheid                
suspensie
emulsie            
centrifugeren van bloed              
estilleren
kookpunt                
homogeen vloeistofmengsel
destillatie van aardolie in een olieraffinaderij
vul deze rij verder in

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Bekijk het volgende filmpje:

- welk soort mengsels kun je scheiden met filteren?

- op welk verschil berust filteren?

- wat is bij deze proef het residu? en wat het filtraat?
1.4

Slide 26 - Tekstslide

dsorberen                
aanhechtingsvermogen                
oplossingen 
gasmengsels              
geurvreters              
ezinken / centrifugeren          
dichtheid                
suspensie
emulsie            
centrifugeren van bloed              
xtraheren
oplosbaarheid
heterogeen:
vast-vast
vast-vloeibaar        
theezetten
estilleren
kookpunt                
homogeen vloeistofmengsel
destillatie van aardolie in een olieraffinaderij
vul deze rij verder in

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Bekijk het filmpje:
- wat voor soort mengsels kun je op deze manier scheiden?
- van welk verschil in stofeigenschap maak je gebruik?
1.4

Slide 29 - Tekstslide

dsorberen                
aanhechtingsvermogen                
oplossingen 
gasmengsels              
geurvreters              
ezinken / centrifugeren          
dichtheid                
suspensie
emulsie            
centrifugeren van bloed              
xtraheren
oplosbaarheid
heterogeen:
vast-vast
vast-vloeibaar        
theezetten
estilleren
kookpunt                
homogeen vloeistofmengsel
destillatie van aardolie in een olieraffinaderij
vul deze rij verder in
iltreren
deeltjesgrootte
suspensie
rook            
koffiezetten
mondkapje

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

dsorberen                
aanhechtingsvermogen                
oplossingen 
gasmengsels              
geurvreters              
ezinken / centrifugeren          
dichtheid                
suspensie
emulsie            
centrifugeren van bloed              
xtraheren
oplosbaarheid
heterogeen:
vast-vast
vast-vloeibaar        
theezetten
estilleren
kookpunt                
homogeen vloeistofmengsel
destillatie van aardolie in een olieraffinaderij
iltreren
deeltjesgrootte
suspensie
rook            
koffiezetten
mondkapje
ndampen
kookpunt                
oplossing van vaste stoffen    
zoutwinning uit zeewater

Slide 32 - Tekstslide

Chromatografie
Om te kijken of een mengsel zuiver is, kunnen we gebruik maken van chromatografie (chromo = kleur).


Chromatografie
Op het plaatje kun je goed zien dat niet alle gebruikte stiften zuivere stoffen bevatten. Deze methode, waarbij papier gebruikt wordt, noemen we papierchromatografie.

Slide 33 - Tekstslide

Chromatografie
Bij papierchromatografie maak je gebruik van een loopvloeistof. In deze vloeistof lossen de stoffen uit de stift op en reizen mee omhoog door het papier.

Slide 34 - Tekstslide

Chromatografie
Omdat de loopvloeistof kan bewegen, noemen we dit ook wel de mobiele fase (mobiel = beweeglijk). Het papier noemen we de stationaire fase (stationair = onbeweeglijk)

Slide 35 - Tekstslide

Chromatografie
Op het rechterplaatje zie je dat de inkt uit de stift nu bestaat uit verschillende kleuren. Dit komt omdat sommige kleurstoffen langer mee kunnen reizen met de mobiele fase dan andere stoffen

Slide 36 - Tekstslide

Rf-waarde
De afstand die een bepaalde stof kan afleggen door de loopvloeistof, zegt iets over de eigenschappen van die stof.


Rf-waarde

Slide 37 - Tekstslide

Rf-waarde
De Rf-waarde kun je berekenen met:          (in centimeters).



Rf-waarde
BA
  • Hoe hoger de Rf-waarde, hoe beter de stof was opgelost in de loopvloeistof (mobiele fase).
  • Hoe lager de Rf-waarde hoe beter de stof hecht aan het papier
    (stationaire fase).

Slide 38 - Tekstslide

dsorberen                
aanhechtingsvermogen                
oplossingen 
gasmengsels              
geurvreters              
ezinken / centrifugeren          
dichtheid                
suspensie
emulsie            
centrifugeren van bloed              
xtraheren
oplosbaarheid
heterogeen:
vast-vast
vast-vloeibaar        
theezetten
estilleren
kookpunt                
homogeen vloeistofmengsel
destillatie van aardolie in een olieraffinaderij
iltreren
deeltjesgrootte
suspensie
rook            
koffiezetten
mondkapje
ndampen
kookpunt                
oplossing van vaste stoffen    
zoutwinning uit zeewater
hromatografie
oplosbaarheid en aanhechtingsvermogen
opgeloste kleurstoffen
papierchromatografie

Slide 39 - Tekstslide

H 1.4 Scheidingsmethoden

Slide 40 - Tekstslide

H 1.4 Scheidingsmethoden

Slide 41 - Tekstslide

Instructie

Leren: tabel met 7 scheidingsmethoden
Lezen: document met theorie over chromatografie 
Maken: §1.4 opdracht 1 t/m 11
Kijk na: opdrachten van §1.3



Slide 42 - Tekstslide